Bos (771)
Scouts/explorers worden zich bewust van hun eigen positieve eigenschappen. Ook wijzen scouts elkaar op hun positieve eigenschappen.
Explorers praten met elkaar over vriendschappen, drugs en alcohol. Door te praten over een ander gaan ze ook over zichzelf nadenken, maar wordt het niet een te harde aanval.
De explorers luisteren naar de geluiden van de omgeving en zetten deze in hun eigen ‘notenschrift’ op papier.
Scouts door spelvorm (opnieuw) laten kennis maken met de natuur.
Scouts leren zichzelf te omschrijven en ervaren hoe de rest van de groep hen ziet.
De scouts/explorers worden zich er van bewust dat ze soms vooroordelen hebben. Daarnaast komen ze er achter dat je sommige eigenschappen toekent aan iemand door je eigen ervaringen en zelfbeeld.
Scouts/explorers in gesprek laten komen met hun ouders en/of oudere mensen. Voor de ouderen is het een moment van herinneringen ophalen en de jeugd leert van de oudere tegenspelers hoe het vroeger was.
Mensen kijken vandaag de dag vaak niet verder dan het uiterlijk. Het probleem is dat het idee ‘uiterlijke schijn’ niet voor niets een begrip is. Onder de oppervlakte zit vaak een meerwaarde. Uiterlijk is niet iets voor eeuwig, maar schoonheid vinden we IN de persoon als dusdanig. We moeten verder urven kijken dan alleen met onze ogen.
Scouts tekenen zichzelf door middel van het tekenen van een deur. Door het gebruik van vragen denken ze (in stilte) over zichzelf na.
Explorers leren inzien dat het stereotypen hebben van mensen niet erg is, maar dat het gaat om hoe je ermee om gaat. Door er met zijn allen mee bezig te zijn en over te praten komt juist naar boven dat de manier waarop je met je stereotyperingen omgaat het verschil maakt.
Meer...
Scouts en explorers worden zich bewust van welke vooroordelen zij bij bepaalde uiterlijke kenmerken hebben. Zijn deze altijd correct/waar?
Deze activiteit kun je gebruiken om met je scouts de dag te evalueren. Door een iets andere insteek, kun je deze activiteit ook gebruiken om scouts iets positiefs over zichzelf te laten zeggen.
De bevers maken spelenderwijs kennis met de figuren uit het dorp Hotsjietonia. Dit spel kan bijvoorbeeld gebruikt worden bij het behalen van de Rebbelbadge.
Scouts ervaren hoe het voelt wanneer alles om je heen onzeker en onbetrouwbaar is. Op een speelveld van minimaal 50 x 50 m, liefst begroeid en het liefst in de schemering of duisternis.