Waarom / doel van de activiteit
8 x Activiteiten met competitie en omgaan met winst en verlies
Beschrijving van de activiteit
Wedstrijden bestaan er in vele vormen maar het doel ervan is hetzelfde: Winnen!
Soms wil je zo graag winnen dat je vergeet te genieten en kan verliezen ervoor zorgen dat je boos wordt. De teleurstelling kan groot en intens zijn. Dit is heel normaal maar door goed te oefenen wordt je beter in genieten! Ook leiders kunnen daarbij helpen, door op een goede manier met tegenslag om te gaan.
1. Fopbal
Het speltak vormt een cirkel en houdt de handen op de rug. Één gezinslid staat in het midden van de cirkel met een bal voor het lichaam. Telkens draait diegene zich naar een persoon en fopt die persoon door te doen alsof hij gooit of door juist wel echt te gooien. De handen mogen de rug niet verlaten zonder dat de bal echt gegooid is. De bal mag de grond niet raken!
2. Schipper mag ik overvaren?
De schipper staat in het midden van de ruimte op een lijn (teken of bepaal een lijn). De overige jeugdleden staan allen aan één kant van die lijn en zingen “Schipper mag ik overvaren, ja of nee? Moet ik dan ook geld betalen, ja of nee?” De schipper geeft dan antwoord met ‘ja’ of ‘nee’. De jeugdlleden vragen dan “hoe dan?” en proberen dan op die manier langs de schipper, de overkant te bereiken. De schipper zal je op dezelfde manier proberen te tikken! Bijvoorbeeld: “rennend”, “hinkelend”, “kruipend”
3. Klop.. Klop..
Speel dit spel in eerste instantie in subgroepjes (nesten/ ploegen). Ga aan tafel zitten en leg je armen op tafel. Iedereen legt nu zijn rechterarm over de linkerarm van het jeugdlid rechts van je (als een kruis). Vervolgens klopt de eerste persoon één keer op tafel, de volgende hand klopt, de daarop volgende hand.. etc. Maar let op, wanneer er iemand besluit 2X te kloppen dan draait de speelrichting van het spel.
Lukt het jullie door te kloppen zonder foutjes te maken?
4. Kevertikkertje
Wanneer je getikt wordt door de tikker, ga je als een kevertje op je rug op de grond liggen. De andere spelers mogen je weer recht zetten zodat je weer kunt deelnemen aan het spel. Zijn jullie de tikker te snel af?
5. Boter, Kaas en Eieren estafette
Speel dit spel met subgroepjes (nesten / ploegen). Teken met stoepkrijt een rooster op de grond zoals je dat kent van ‘boter, kaas en eieren’. Verdeel je subgroepje in twee teams; team kruisje en team rondje. Ga met je team in een rij naast de rij van het andere team staan. De eersten rennen naar het rooster en tekenen een kruisje en rondje in het rooster. Zij rennen vervolgens terug naar de rij en tikken de volgende van het team aan. Welk team is het snelst en heeft als eerste drie op één rij?
6. Chinees worstelen
Bij Chinees worstelen ga je tegenover elkaar staan met de handen tegen elkaar. Door kracht te zetten op de ander zijn handen, probeer je diegene uit balans te brengen. De handen mogen niet loslaten en je blijft op je plek staan. Is het gelukt? Wat merk je?
7. Dobbelen
Speel dit spel in subgroepjes (nesten / ploegen) Neem een pen, papier en een dobbelsteen. Om beurten gaan de ploegleden dobbelen. Wie 6 gooit, rent naar het papier en begint met de cijfers 1 t/m 100 op te schrijven. De overige jeugdleden dobbelen ondertussen door. Gooit er iemand 6, dan neemt diegene het schrijven van de getallen over. Wie schrijft uiteindelijk het cijfer 100 op?
8. Koekjesrace
Alle jeugdleden leggen een koekje op het voorhoofd en houden de handen op de rug. Wie lukt het als eerst om het koekje, zonder de handen van de rug te halen, naar de mond te leiden?
Benodigd materiaal
Bal
Stoepkrijt
Dobbelstenen
Koekjes
Veiligheid
Let bij de koekjes op allergieën