Waarom / doel van de activiteit

Lekker actief buiten spelen met bevers, vies kunnen worden, voelen en zien hoe water(kering) werkt.

Beschrijving van de activiteit

Stuiter is op bezoek bij Rozemarijn. Ze is in haar tuintje bezig, plantjes planten, geultjes graven, met de gieter water geven. Stuiter helpt haar en loopt af en aan met de gieter. Professor Plof ziet hun, "zo het lijkt wel alsof jullie de Deltawerken in Madurodam nabouwen". Stuiter kijkt hem raar aan. "Haha, ja Stuiter is een echte Hansje Brinker", reageert Rozemarijn. "Wie is dat? " vraagt Stuiter. Professor Plof heeft daar een heel oud boek over, hij leest voor:

Hans Brinker is de zoon van de sluiswachter in Spaarndam en als hij acht is moet hij pannenkoeken brengen naar een oude blinde man. Hij gaat op weg en op de terugweg ziet hij dat het water hoger staat dan anders. Hij ziet de zon schijnen op de ruiten van het huisje van de oude man, het lijkt net alsof alles in brand staat. Dan hoort hij water en ziet een gat in de dijk. Hij stopt zijn vinger in de dijk en het water stopt. Hij roept om hulp, maar niemand hoort hem. De volgende ochtend ziet de pastoor hem en begrijpt dat Hans Brinker de stad aan een groot onheil heeft doen ontsnappen.

"Als je mij nu even helpt met die dijkjes en watergeultjes in mijn tuin dan gaan we straks pannenkoeken maken" stelt Rozemarijn voor. Stuiter vindt dat een goed idee. Samen gaan ze snel verder met het graven van die geultjes. De bevers gaan in een zandbak of een veld met zwarte aarde een rivierenstelsel maken. Wat moeten ze daarvoor doen? Ze mogen lekker met hun handen en ander materiaal dijkjes maken. De bedoeling is dat er water van de ene kant naar de andere kant gaat lopen. Daarvoor halen ze allemaal een teil water, die gieten ze voorzichtig in het begin. Waar breken de dijken het eerst door? Hoe zorg je ervoor dat het water sneller naar de andere kant loopt? De pannenkoeken (zie verhaal) kan je naderhand bakken of opwarmen en met poedesuiker bestrooien.

Benodigd materiaal

• Zandbak of veld met losse aarde.
• Graafspullen (schepjes, emmertjes, harkjes, eventueel neem je lepels en pannendeksels).
• Teiltjes.
• Water.
• Kant- en klare pannenkoeken (of mix, pas op hier zit altijd gedroogde melk in).
• Magnetron (of koekenpan en pannen om au bain marie warm mee te houden).
• Pannenkoekenbeleg (bv poedersuiker).
• Denk even aan kinderen binnen je onderdeel met een koemelkallergie of die geen suiker mogen. Alternatief is gewoon zelf beslag maken van bloem, ei en geiten of sojamelk. Bakken doe je dan in olie ipv boter. Suikervrije jam of appelstroop smaakt ook heerlijk op je pannenkoek.

Tips

• Een zandtafel binnen is bij slecht weer een goed alternatief, maar een groot zeil op de grond en daar het zand op is natuurlijk een uitdaging.
• Zorg ervoor dat de kinderen samen werken en op elkaar aansluiten.
• Voor het eten allemaal goed handen laten wassen.
• Geef de kinderen na afloop een vuilniszak mee als ze in een auto naar huis gaan (om op te zitten) of vraag of ze reservekleren mee nemen.
• Knip uit een vuiliszak een waterschort en laat de bevers deze dragen (3 gaten in de bodem: 1 grote midden in voor het hoofd en 2 kleinere aan de zijkand voor de armen).

Veiligheid

• Dijkdoorbraken zijn gevaarlijk!
• Gooien met zand is leuk behalve als het in je ogen komt!
• Kijk van te voren of er geen uitwerpselen van bv katten in de zandbak liggen.