Waarom / doel van de activiteit

Benadruk het plezier van verkleden en herken stereotypen maar wel op zo'n manier dat je 'Achter' de kleren leert kijken.

Beschrijving van de activiteit

Variant 1: De modeshow

We organiseren een 'alternatieve' modeshow. De jongeren kiezen op voorhand, bijvoorbeeld op de vorige vergadering, uit een lijst hoe ze zich zullen verkleden. De jongeren verkleden zich thuis. Op die manier geven we hen voldoende tijd om de gepaste kledij te vinden.

Lijst waaruit gekozen kan worden:

• Iemand die klaar is om naar een verjaardagsfeest te vertrekken.
• iemand met draagt het zondagse pak op weg is naar grootmoeder.
• iemand die zich kleedt zoals diegene dat wil.
• Iemand die zich kleedt en beweegt als een fotomodel.
• Iemand die zich tevreden moet stellen met afdragertjes.
• Iemand die net terugkomt van een begrafenis.
• Enzovoort

De begeleiding zorgt voor de nodige sfeer bij de modeshow. Een persfotograaf mag zeker niet ontbreken. Op leuke muziek loopt elk om beurt de 'catwalk' af. De andere jongeren krijgen als opdracht aandachtig toe te kijken en een aantal vraagjes schriftelijk op te lossen.

Vragen kunnen zijn:

• Hoe zou de uitgebeelde persoon leven?
• Wat zijn zijn/haar hobby's?
• Zou die gelukkig zijn? Waarom?

Nadat iedereen aan de beurt is geweest, volgt een bespreking in de groep. De begeleiding let vooral op stereotypen die naar voor zullen komen. Samen met de jongeren probeert ze die stereotiepe beelden te doorprikken. Toch zal de groep tot het besluit komen dat de manier waarop iemand gekleed gaat wel degelijk iets over de persoon vertelt.

Variant 2: Wat hoort bij wie?

Elke jongere ontvangt thuis een deel (1/4) van een grote prent. Ze krijgen als opdracht zich, op basis van de onvolledige informatie, volledig te verkleden als op de prent.

Mogelijke prenten:

• Jongere in het zwart, alternatief, progressief ('alto')
• Uitgedoste man of vrouw ('Johnny en Anita')
• Sportieve, jonge 'golddigger' ('rappers')
• Avontuurlijke type
• Armzalig gekleed persoon.

De eerste opdracht bestaat erin om, zonder het eigen deel van de prent te tonen, te zoeken bij wie je samen hoort. Als iedereen zich in groepjes verdeeld heeft, wordt er gecontroleerd aan de hand van de prenten (en eventueel nog van groepje verwisseld).

Deze groepjes krijgen nu een aantal opdrachten.

• Maak een toneelstukje met daarin je personage. Wat doen ze? Waarover praten ze?
• Hoe belangrijk vindt jouw personage zijn uiterlijk? Waarom
• Maak een lijst met alle kledingstukken die volgens jou passen bij je personage.

Elke groep brengt zijn toneelstukje naar voor. Nu worden de groepjes herverdeeld. De verschillende personages zitten nu door elkaar in de groepjes. Deze groepjes zoeken, aan de hand van de vragen uit de eerste ronde, naar raak- en verschilpunten tussen de verschillende personages.

De grote groep komt hierna samen en deelt de bevindingen. De begeleiding let vooral op de stereotypen die naar voor zullen komen. Samen met de jongeren probeert ze die stereotiepe beelden te doorprikken. De (overdreven) aandacht van de jongeren voor hun uiterlijk proberen we positief te duiden.

Benodigd materiaal