Groepsgrootte (3149)
Scouts en explorers op een eigentijdse manier een tocht laten lopen met een medium dat de explorers wellicht sneller en beter beheersen dan de leiding en wellicht in een later stadium aan andere speltakken kunnen uitleggen.
De bevers leren op speelse wijze de windrichtingen en het kompas kennen.
Bevers de vier belangrijkste windrichtingen leren.
Met dit spel kun je de bevers leren dat opruimen vanzelfsprekend is en dat we zuinig moeten zijn op onze omgeving.
De scouts (opnieuw) de indeling van de windrichtingen laten ervaren.
Explorers zien in welke associaties ze hebben rondom een bepaald woord/thema. Hoe denken ze ergens over en wat denken anderen? Zitten ze op één lijn of juist niet?
Maak inzichtelijk voor zichzelf en anderen wat belangrijke gebeurtenissen waren in je leven.
Explorers onderzoeken hoe de manier waarop anderen met hen omgaan een invloed heeft op hun zelfbeeld.
Scouts zijn op een positieve manier met elkaar bezig. Ze kennen positieve eigenschappen aan elkaar toe en doen een positieve ervaring op.
Scouts/explorers maken een collage over zichzelf. Waar associëren ze zichzelf mee? Met een teddybeer of juist met een ruige reggaeman? Wat zegt dat over elkaars eigenschappen?
Meer...
Scouts maken kennis met een spel dat speciaal ontworpen is voor blinde en slechtziende mensen. Zij ervaren hoe het is om een (visuele) handicap te hebben.
Scouts en explorers worden zich bewust van welke vooroordelen we bij bepaalde uiterlijke kenmerken hebben. Is dit altijd correct en waar?
Scouts gaan positief naar zichzelf en anderen kijken. Ze leren hoe andere hen zien in de groep en gaan nadenken over hoe zij naar anderen kijken.
Via dit experiment ontdekken explorers hoe weinig anderen op hen letten.