De geheimen van Anansi en Noa

maandag, 31 augustus 2015 02:00

De geheimen van Anansi en Noa

lettergrootte lettergrootte verkleinen Lettergrootte verkleinen
Print
E-mailadres
Share

Beoordeel dit item

(0 stemmen)

Waarom / doel van de activiteit

Voor het dorpsfeest worden allemaal typische dingen gebruikt die horen bij Ghana. Wat je doet en aanhebt bepaald wie je bent. De bevers gaan hier ontdekken wie zij zijn en wat voor iemand uit Ghana belangrijk is. Gelukkig voor Noa zit er in de doos die Sterre en Steven hebben meegenomen allemaal dingetjes in die daarbij kunnen helpen.

Beschrijving van de activiteit

1. Gekke bekken kwartet

De spin Anansi trekt gekke bekken achter de rug van Sterre en Steven! Stuiter begint hard te lachen, en Sterre en Steven denken dat Stuiter hen uitlacht! Dat is natuurlijk niet zo, en stuiter tekent de gekke bekken die Anansi trekt, zodat zij het kunnen zien. Met zulke goede tekeningen kunnen we vast een spel doen!

Voorbereiding

Schud alle kaarten. Deel iedere speler drie kaarten, die ze op handen nemen. Leg de resterende kaarten als gedekte stapel op tafel. De jongste speler begint. Hij/Zij vraagt aan één van de andere spelers: “Mag ik al jouw kaarten met:” Daarop maakt hij/zij de gezichtsuitdrukking die op één van de kaarten in zijn hand is afgebeeld, Hij/zij probeert een setje van drie dezelfde kaarten te maken. Heeft de andere speler één of twee zulke kaarten, dan moet hij die aan de vrager geven. Als de vrager het goed had, blijft hij/zij aan de beurt. Hij/Zij mag nu weer een kaart vragen, en eventueel een andere speler en ook een andere gezichtsuitdrukking kiezen. Heeft de speler de gevraagde kaart niet, dan moet hij/zij zijn/haar tong uitsteken. Dit betekend: “Lekker puh, ik heb die kaart toch niet!” De vrager is af en moet nu een kaart van de gedekte stapel trekken en in zijn hand nemen. Nu is met de klok mee de volgende aan de beurt.

Geen kaarten meer

Als een speler aan de beurt is, en hij/zij heeft geen kaarten meer, dan moet hij/zij de bovenste kaart van de trekstapel nemen. Is de trekstapel ook leeg, dan trekt hij/zij één kaart uit de hand van een andere speler naar keuze. Zijn beurt is daarna voorbij.

Einde van het spel

Het spel is afgelopen als niemand nog kaarten in zijn hand heeft. De speler met de meeste setjes wint.

2. Wie ben ik!

Steven is eigenlijk wel heel benieuwd naar die aparte spin… Maar Anansi spreekt een heel andere taal! Door foto’s te laten zijn van zijn leven en vrienden, haalt hij Anansi over om ook iets te laten zien vaan haar leven. De bevers proberen door middel van een tekening iets over zichzelf en hun familie te laten zien aan een bever die hun taal niet verstaat (Ghanese bever).

3. Wat past bij mij

In de doos die Noa krijgt zitten gekleurde doeken, kraaltjes, munten, spiegeltjes en andere snuisterijen uit Ghana. Stuiter vindt alle kleuren erg mooi, en wil graag alles voelen en bekijken. Bas Bos vindt eigenlijk alleen maar de groene en zwarte doeken mooi, die vallen niet zo op in het bos. Sterre houdt meer van de blauwe stoffen, die doen haar denken aan de zee.

Maak een collage op het grote vel. Gebruik kleuren die je mooi vindt, scheur kleuren en voorwerpen uit die je mooi vindt en plak deze op het vel. Plaats een aantal voorwerpen op je collage die op de tafel liggen en bij je passen.

4. Uniform maken

Keet en Fleur Kleur hebben bedacht dat iedereen verkleed moet komen naar het dorpsplein voor het feest. Maar iedereen moet wel zijn eigen kleding maken. Ook willen ze dat iedereen een beetje hetzelfde er uit ziet, want dan zijn ze een echte groep! Net zoals scoutfits die jullie aan hebben.

In Ghana hebben veel kinderen geen geld voor een eigen uniform en dus maken ze die zelf. De bevers krijgen een standaard uniform/scoutfit hebben van grote witte vellen (bv behangpapier), laat ze het maken hoe zij willen. Mooi versieren met vingerverf en daar allemaal badges op plakken en glitters lijmen. Per groepje kan je ook nog opdracht geven dat ze elkaar nadoen en één voor één iets bedenken wat ze er op doen (bv de een de kleur, de ander wil de glitters daar en de volgende wil een das of insigne van die kleur erop plakken…) zodat het iets wordt van hun allemaal en uniek voor hun groepje.

5. Lijflied

Bas Bos hoort de vogeltjes hun eigen liedje fluiten. Anansi vertelt hem dat de stammen in Ghana ook hun eigen geluid hebben. Oefen met de bevers een yell. Uit de yell moet blijken dat ze bij de bevers horen. Daar hoort vast ook een dans of beweging bij!