Waarom / doel van de activiteit
Tijdens deze uitwisselingsactiviteit leren de welpen zichzelf beter kennen over hun opvattingen over de begrippen 'vreemd' en 'vreemdelingen'.
Beschrijving van de activiteit
'Vreemde eenden' is een uitwisselingsactiviteit die een opkomst duurt. Het ligt voor de hand om er de volgende opkomst met de welpen op terug te komen. Voor deze activiteit is samenwerking met een andere Scoutinggroep nodig. De gezamenlijke clubhuizen vormen het speelterrein.
Spreek met de leiding van een andere Scoutinggroep af dat je samen de activiteit 'Vreemde eenden' gaat organiseren. De activiteit vraagt een goede voorbereiding. Het is de bedoeling dat de jeugdleden van jouw speltak een opkomst naar het clubhuis van de andere Scoutinggroep gaan.
In en rond dat andere clubhuis beleven ze een 'gewone' opkomst. De 'vreemde' leiding probeert zo gewoon mogelijk te openen en te sluiten, hanteert dezelfde gewoontes als anders en speelt met de jeugdleden een aantal bekende spelen. Liefst zijn dat spelen waarvan de kinderen de regels goed kennen. De 'vreemde' leiding past die regels alleen net even anders toe.
Dit alles betekent dat de kinderen voortdurend op het verkeerde been worden gezet. Enerzijds is het allemaal heel bekend voor ze: het is immers ook Scouting. Anderzijds zullen ze veel moeite hebben zich aan de vreemde regels te houden en zich aan te passen aan de andere gebruiken. Voor de gelegenheid kan de vreemde leiding bij de opening en sluiting ook nog wat zeer specifieke gewoontes uit de kast halen. Denk aan kledingvoorschriften, manier van opstellen, volgorde van handelingen, enz. Het is zelfs mogelijk een deel van de ceremonies in een vreemde taal uit te voeren. Het gaat er maar omdat de kinderen van hun vertrouwde spoor raken, zonder dat ze zich helemaal hulpeloos gaan voelen. Het kan slim zijn om enkele leidinggevenden van de eigen groep te laten meegaan naar de andere Scoutinggroep. Het voorkomt misschien een hoop gekrakeel, maar daardoor wordt het 'vervreemdende' effect wel minder sterk.
Tegelijktijd ontvang je met jouw collega's de jeugdleden van de andere Scoutinggroep. Je krijgt dus ook te maken met kinderen die 'de weg kwijt zijn'. Opmerkingen als "Dat doen wij heel anders" of " Jullie doen het heel raar" zul je die opkomst vaak horen. In het gesprek dat tijdens de volgende opkomst uiteraard volgt, kan je de kinderen de volgende vragen stellen:
- Hoe vond je het vorige week?
- Wat vond je moeilijk?
- Wat was anders?
- Welke 'vreemde' gewoontes zag je?
- Hoe voelde je bij al die vreemde gewoontes?
- Welke hulp kreeg je van de andere leiding?
- Wat heb je ervan onthouden?
- Wat heb je ervan geleerd?
- Wat zou je zeggen tegen of doen met iemand die voor het eerst in de Scoutinggroep op bezoek komt?
Aansluitend is de parallel met vluchtelingen snel te trekken. Laat de welpen vertellen wat zij van vluchtelingen weten en of ze kinderen kennen die uit hun land zijn gevlucht. Je kunt in deze opkomst ook weer een koppeling maken door iets te maken voor kinderen die naar Nederland gevlucht zijn of een bijdrage leveren aan een programma voor vluchtelingen.
Voorbereidingstijd
Voor deze activiteit is samenwerking met een andere Scoutinggroep nodig. De gezamenlijke clubhuizen vormen het speelterrein.
Benodigd materiaal
- Alle materialen die bij de zelfgekozen activiteiten belangrijk zijn.
Tips
- Met de hiervoor genoemde activiteit breng je de kinderen uit hun vaste patronen. Datzelfde doel bereik je door in je eigen clubhuis 'onverwacht' een activiteit door een ander gezelschap te laten plaatsvinden. De kinderen komen op hun normale opkomsttijd niets vermoedend naar het clubhuis en vinden daar 'hun' ruimte ingenomen door bijvoorbeeld een groepje vrouwen met een migratieafkomst dat bezig is met handwerken, koken, Nederlandse les, o.i.d.
- De kinderen kunnen dus het clubhuis niet in. De leiding speelt dat ze er niets aan kunnen veranderen. Kijk eerst tot welke reacties deze 'bezetting' leidt. Het mooiste is als je deze reacties kunt registreren. Schrijf onopvallend op wat de kinderen zeggen. Die uitspraken kun je in het gesprek daarna gebruiken. In dat gesprek kun je ook gebruikmaken van enkele vragen die je in de eerste activiteit van 'Vreemde eenden' las.
- Probeer te regelen dat de vrouwen met eem migratieachtergrond samen met je jeugdleden een kookactiviteit houden. 'Onbekend maakt onbemind' geldt namenlijk niet alleen voor personen, maar ook voor voedsel. Nog Hollandser gezegd: 'Wat een boer niet kent, dat eet hij niet'.