Waarom / doel van de activiteit
Kennismaken met elkaar. In deze activiteit vind je 3 naamspelletjes en 7 kennismakingsactiviteiten
Beschrijving van de activiteit
Thema introductie welpen:
Akela zit bij het wolvenhol. Er zijn veel nieuwe gezichten te zien en Akela wil ze graag beter leren kennen en hij weet natuurlijk veel spelen
Namenspellen
Spel 1:
Aantal deelnemers: 8 – 30
Uitleg: De deelnemers maken een kring. Iedereen noemt één keer z’n naam. Daarna wordt het spel uitgelegd (zodat deelnemers niet alleen de naam van de speler links naast zich onthouden).
De spelleider gaat in het midden staan. Hij noemt een naam.
Degene die links naast deze persoon zit gaat staan en gelijk weer zitten. Als de verkeerde opstaat, dan mag die in het midden gaan zitten.
Spel 2: ik ga op reis met
Aantal deelnemers: 10 – 40
Uitleg: Volgens het welbekende spel: ik ga op reis en ik neem mee, maar dan: “ik ga op reis met…” (Of “ik ben op kamp met…”)
Spel 3: Neem iets mee
Aantal deelnemers: 2 – 40
Uitleg: Alle deelnemers krijgen van te voren de opdracht om een object mee te nemen wat iets over hunzelf zegt.
Tijdens het kennismakingsspel zeggen ze hun naam, en vertellen ze waarom ze hun object hebben meegenomen.
Spel 4: Uitbeelden
Aantal deelnemers 2 – 40
Uitleg:
De deelnemers komen één voor één naar voren. Daar zeggen ze hun naam en beelden ze uit wat hun werk, hobby of favoriete scoutingactiviteit is.
De groep zegt daarna de naam en raadt de activiteit.
Bijvoorbeeld: ik ben Bas Bos en ik doe… Op dat moment beginnen Bas Bos met het uitbeelden van ‘n activiteit. De groep zegt dan: Dit is Bas Bos en Bas doet houthakken.
Kennismakingsspellen
Spel 1 - Op volgorde:
Aantal deelnemers: 8 – 100
Uitleg:
De deelnemers gaan op een gymbank staan en moeten straks op volgorde staan. Daarbij mogen ze niet van de bank stappen. De spelleider noemt de volgorde waarop de deelnemers moeten gaan staan, bijvoorbeeld: lengte, voornaam alfabetisch, geboortedatum, schoenmaat, leeftijd oudste familielid, etc.
Variatie:
Deelnemers mogen niet praten met elkaar; Speel in teams tegen elkaar.
Spel 2 – WC-rol:
Aantal deelnemers: 3 – 30
Uitleg:
De spelleider vraagt aan de deelnemers om van een wc-rol een aantal velletjes af te scheuren. Bijvoorbeeld zoveel ze nodig hebben als ze naar het toilet zijn geweest. Als iedereen dat gedaan heeft, dan vertellen de deelnemers voor elk velletje dat ze hebben afgescheurd een feitje over zichzelf.
Spel 3 – Zoek iemand die ...
Aantal deelnemers: 10 – 100
Uitleg:
Alle deelnemers krijgen een bingo kaart met de opdracht zoek iemand die..: op de bingo-kaart staan dingen zoals: … Al sinds de bevers op Scouting zit, … Langer is dan 1,80m, … Weet hoe die een diagonaalsjorring legt, etc. De deelnemers moeten bij elk vakje een ander iemand zoeken. Een naam mag maar één keer op de bingokaart voorkomen.
Spel 4. Ken je rot
Beschrijving:
Een variant op Ren je rot, in plaats van vragen en waarbij de kinderen naar het juisteantwoord moeten rennen en als ze fout hebben af zijn, zijn het hier vragen enstellingen die meer persoonlijk zijn en zijn er geen foute antwoorden.Je in het begin simpele vragen en antwoorden hebben, bijvoorbeeld welke kleurschoenen heb je aan, met als antwoorden bruin, wit, zwart, andersAls je een paar ‘veilige’ vragen hebt gehad, kan je het wat persoonlijker maken,bijvoorbeeld “Hoe goed kan je zwemmen?” met “goed”, “normaal” en “slecht” alsantwoorden of “Wat zijn je andere hobbies?” met keuzes als “Voetbal”, “Gamen” etc.
Doel:
Het idee hierachter is dat de kinderen, terwijl ze bij hun keuze staan ook anderekinderen, die niet perse uit je eigen groep komen, zien staan en dat onthouden.Later herkennen ze het persoon en hebben ze iets om over te praten, “He, jij had ookroze schoenen en deed aan curling”.
Voorbereiding:
Stellingen en vragen bedenken
Tips en veiligheid:
Let erop dat het de stellingen niet te persoonlijk worden, in een veiligeomgeving / sfeer kan je dit met kleine groep misschien een stukje verder latengaan.
Maar als ontmoetingsspel wil je niet per ongeluk te persoonlijkestellingen hebben.
Materiaal:
Afzetlinten of touwen om de verschillende keuze gebieden af te kunnen zetten.
Spel 5. Grijs gebied
Aantal deelnemers: geschikt voor groepen tot ongeveer 20 a 25 personen.
Beschrijving:
De spelleiderheeft een paar stellingen waar de spelers over kunnen nadenken en een standpuntover kunnen innemen.
Denk hierbij aan stellingen als “Wanneer je honger hebt, magje een brood stelen”.De spelers staan in het midden op een veld, waarbij de ene kant “voor” is en deandere kant “tegen”. De spelleider legt de spelers een stelling voor, ze krijgen daarnaeen paar seconden om te kiezen waar ze gaan staan, staan ze helemaal bij “voor” ofhelemaal bij “tegen” of kiezen ze een positie ertussen in. Nadat iedereen een positieheeft ingenomen, gaat de spelleider langs wat mensen om te vragen waarom ze tenopzichte van de stelling daar staan. Als een paar mensen, voor, tegen en in het grijzegebied aan het woord zijn geweest, zijn er een paar seconden voor mensen om, alsze het willen, van positie te wisselen. Misschien bewegen ze meer richting hun eigenkant, of misschien juist niet. Dat zijn ook interessante dingen om uit te vragen.
Doel: Door middel van stellingen erachter komen hoe jij, iemand anders of de groep denktover bepaalde standpunten.Voorbereidingen- Stellingen, probeer wat actuele dingen aan te tikken.
Tips en veiligheid:
- Probeer niet alleen zwart / wit stellingen te gebruiken, maar ook waargradaties in kunnen zitten.
- Prikkelende stellingen zijn interessant, maar pas op dat ze niet verdelendworden.
Materiaal: Geen
Spel 6: Eerste indruk spel
Beschrijving
Iedereen krijgt een a4tje op haar/zijn rug en een stift, de bedoeling is dat je bij anderepersonen een woord, wat jij denkt dat bij dat persoon hoort, op zijn a4tje schrijft, hetwoord mag er maar 1x worden opgezet. Dit laat je de spelers een paar minuten doenen dan mag iedereen daarna kijken wat er op staat.
Doel:
Erachter komen wat de eerste indruk van iemand is.
Voorbereidingen: Geen
Materiaal
- Stiften / pennen
- A4tjes
- Tape
Tips en veiligheid
Je kan een richting geven van welke kant de woorden op moeten gaan,bijvoorbeeld laat de spelers alleen hobbies opschrijven. Of favoriet eten.
Spel 7: Jij lijkt bijna 100% op de scout die ikzelf ben!
Beschrijving
Leer de scouts in je groep beter kennen. Leer de scout van andere groepen kennen.
De scouts hebben een kaart met 11 vragen. Deze vragen beantwoorden ze eerst zelf. Vervolgens gaan ze op zoek naar de scout met wie ze overeenkomsten hebben.
Per vraag is 10 % te verdienen.
Laat de scouts noteren met wie ze gesproken hebben en hoeveel % overeenkomst ze hebben. Spreek af hoeveel scouts ze moeten spreken die ze nog niet of bijna nooit spreken.
Afsluiting:
In kleine groepen kun je afsluiten met het spel spiegelen. (je doet elkaars bewegingen na alsof er een spiegel tussen jullie in staat.)
Met grotere groepen kun je voor andere samenwerkingsspelen kiezen. Eerst met zijn tweeën daarna met vier etc. Denk aan rups lopen of parachute spelen.
Doe een samenwerkingsspel met de groep mensen die dezelfde hoogste scoren hebben.
Je kunt het ook gebruiken om een team indeling te maken.
Materiaal
- Pen en papier
- Kaart met de vragen. Hieronder staan al een aantal voorbeelden. Zorg dat de vragen niet te persoonlijk worden.:
- Ik ben lid van scouting vanaf mijn .... jaar.
- Ik draag happy (kleurige) soks.
- Ik hou van de liedjes van Andre Hazes.
- Mijn huisdier is en........
- Ik woon in huis met .....(hele/ halve/ extra) broer en zus.
- Gesmolten marshmallows vind ik vies.
- Mijn schoenmaat is......
- De kleur van mijn ogen is......
- Ik ga op de fiets naar school/werk
- Wis en scheikunde vindt ik geweldige vakken.
- Stomme vragen. Nu heb ik 0% overeenkomsten met jou. Met andere vragen was dat wel 100% geweest.
Geef de deelnemers opdracht hoeveel verschillende mensen ze moeten ondervragen.
Als je direct je 100 % hebt gevonden is het spel snel klaar.
Tip:
- Je kunt de opdracht vergroten door opzoek te gaan naar je 100% -90%-80% etc. moet gaan zoeken.
- Gebruik dit spel aan het begin van een scouting seizoen als (her)kennismakingsspel.
Benodigd materiaal
Verschilt per spel.