Waarom / doel van de activiteit

Wordt onderdeel van de indianenstam de Dappere Krijgers door de opleiding tot indiaan te volgen.

Beschrijving van de activiteit

1. Er is een brief aangkomen. Hij komt van heel ver, van bij de indianen. De opperhoofden (=leiding verkleed) van de Dappere Krijgers komen deze persoonlijk brengen. Een van de kinderen leest de brief voor. In de brief staat dat alle kinderen indianen mogen worden. Ze worden gevraagd om bij de stam van de Dappere Krijgers te komen. Maar voordat ze echte Indianen zijn en ze echt naar de stam mogen gaan moeten ze eerst een opleiding volgen tot indiaan!

2. Als eerste moeten ze er natuurlijk uitzien als echte indianen. Daarom krijgen de dappere Krijgers verfstrepen. Ook krijgt iedereen een veer in zijn haar, vastgemaakt met een haarelastiek. Maar eerste moeten de veren nog ingekleurd worden! We gaan ook een indianenketting maken. Iedereen krijgt een tekening om deze aan zijn ketting te maken.

3. We leren de nieuwe dappere krijgers ook hoe ze elkaar moeten groeten. Tegen elkaar moeten ze ‘ugh dappere krijger’ zeggen. En tegen de opperhoofden (de leiding) ‘Ugh dapper opperhoofd’.

4. Indianen moeten natuurlijk ook wilde dieren kunnen vangen. Daarom gaan we nu een spelletje spelen, ‘de wilde bizons’ (Dikke Bertha, Hollandse Leeuwen). 1 dappere krijger staat in het midden. De andere zijn bizons. Wanneer het opperhoofd start zegt moeten alle bizons naar de overkant proberen te lopen. De dappere krijger moet de bizons proberen te vangen en ze opheffen. Als dat lukt, dan wordt de bizon mee een indiaan en moet hij helpen de andere bizons te vangen.

5. Indianen kunnen ook zeer goed vissen! Maar om goed vissen te kunnen vangen moet een indiaan natuurlijk de vissen goed zien bewegen. Daarom gaan we nu ‘stille vissen’ spelen (Annemaria koekoek). 1 indiaan gaat vooraan staan en draait zich naar de muur terwijl hij roept: ‘1 2 3 stille vissen’. De andere indianen spelen vissen en moeten als eerste tot bij de muur komen zonder dat de indiaan hen ziet bewegen.

6. Om al deze wilde dieren goed te kunnen vangen gebruiken de indianen een speer. Om hiermee te kunnen werken moeten de indianen goed kunnen mikken! Dat gaan we nu oefenen! Probeer met een tennisbal in een van de 3 emmers te gooien!

7. Elke indianenstam heeft ook een totempaal. Wie weet wat een totempaal is? De opperhoofden hebben er eentje meegebracht en willen eens kijken hoe goed hij bljift staan (Jenga). Iedere indiaan mag om de beurt een blokje wegnemen, maar pas op dat hij niet valt!

8. Wie weet er hoe een geluid de indianen maken? Inderdaad oewoewoewoewoew! En als ze dit doen dan dansen ze rond een vuur, in een cirkel de indianendans! Deze moeten de hulpindianen leren van de opperhoofden!

9. Indianen moeten natuurlijk ook sterk zijn want ze moeten veel water dragen van de waterput naar het indianenkamp. Dat gaan we oefenen. De waterput staat aan de ene kant (emmer) en het dorp ligt aan de andere kant. De indianen proberen met een beker zoveel mogelijk water naar het dorp te krijgen op een bepaalde tijd.

10. Indianen kunnen heel goed paardrijden. Dus dat moeten jullie ook leren. Daarom gaan we ‘paardje rijden’. Iedereen staat in groep voor de opperhoofden en begint paardje te rijden (op de benen klappen). Wanneer een van de opperhoofden ‘beekje’ roept moeten de indianen springen om over het beekje te raken. Wanneer een van de opperhoofden ‘struikje’ roept moeten de indianen snel van hun paard stappen en schuilen in de ‘struiken’. Wanneer een van de opperhoofden ‘schapen’ roept dan moeten de indianen in hun handen klappen om de schapen weg te jagen.

11. Elke indianenstam heeft een vredespijp. Dus ook De Dappere Krijgers! We doen een spelletje vredespijp doorgeven. Alle indianen gaan in een kring zitten. 1 indiaan zit geblinddoekt in het midden, dit is de trommel indianen. Hij moet trommelen. Wanneer hij stopt met trommelen is de gene die de vredespijp vast heeft verloren en wordt deze de nieuwe trommelindiaan.

12. De nieuwe indianen moeten ook heel snel zijn. Laten we eens kijken wie de snelste is bij de indianen stoelen dans! (Dansen als indianen).

13. Vredespijp gooien. Alle indianen staan op een rij. 1 indiaan gaat een paar stappen voor de rij staan met zijn rug naar de anderen. Hij heeft de vredespijp en gooit deze achter zich. De andere indianen proberen hem te vangen. Wie hem vangt stop hem achter zijn rug zodat de voorste indiaan hem niet kan zien. De ene indiaan moet proberen om te raden wie de vredespijp heeft.

14. Jullie zijn allemaal indianen!

Benodigd materiaal

• Brief
• Verf (verschillende kleuren)
• Veren (+rekkers)
• Kralen
• Rietjes
• Indianenprenten
• Stiften
• Kleurpotloden
• Indianendans (meerdere)
• Schaar
• Perforator
• Touw
• 1x Grote emmer water
• Bekertjes
• 4x Lege emmers
• Jenga
• Tennisballen