Waarom / doel van de activiteit

Oefen vertrouwen en samenwerking door elkaar geblinddoekt te leiden en te begeleiden.

Beschrijving van de activiteit

We leven met zes miljard mensen op deze wereld. Dat gaat alleen maar goed als we elkaar vertrouwen en met elkaar samenwerken.

Zet een parcours uit, buiten of in het clubhuis. Zorg dat de kinderen onder touwen, tafels of takken door moeten kruipen, over banken of boomstronken moeten klauteren en door greppels of smalle gangetjes moeten lopen.

Maak koppels en geef één van hen een blinddoek. De ander leidt. De deelnemer die leidt, houdt de hand vast van de geblinddoekte ander. Bij elke stap vertelt degene die leidt wat de ander moet doen (bukken, draai je om, doe nu een stap omhoog), spreekt de ander vertrouwen in en helpt de ander waar nodig.

Als het parcours is afgelegd, worden de rollen omgedraaid.

Variaties

• Plaats obstakels op de route of varieer de ondergrond (bijv. stoep, gras, zand).
• Alle scouts krijgen een blinddoek en vormen een lange rij. Alleen de voorste ziet en leidt de groep. De anderen helpen elkaar door obstakels door te geven.
• Verdeel de groep in tweeën: groep A zet een parcours uit, dat groep B geblinddoekt aflegt, en daarna omgekeerd.
• Vertrouwenstest: blinddoek één scout, de anderen vormen een levende muur. Op signaal rent de scout ernaartoe en wordt veilig opgevangen.

Benodigd materiaal

• Parcours met obstakels
• Blinddoeken (bijvoorbeeld je scoutingdas of een theedoek)

Veiligheid

• Zorg ervoor dat de geblinddoekte nergens onbedoeld tegenaan kan lopen. Zoals bijvoorbeeld een laaghangende tak.

Tips

• Om het voor jongere kinderen minder eng te maken, kun je het parcours van tevoren laten zien.
• Om het voor oudere deelnemers uitdagender te maken, kun je degene die leidt ook een beperking meegeven. Bijvoorbeeld oordoppen, een zware hikerugzak, of maar één hand mogen gebruiken (bijvoorbeeld omdat er in de andere hand een ei moet worden vastgehouden).