Waarom / doel van de activiteit
Scouts worden bewust blootgesteld aan ongelijkheden, door spelletjes die zo gekozen zijn dat er altijd een groep met een bepaald kenmerk wordt buitengesloten of benadeeld. Door dit spel wordt de groep bewust van deze aanwezige drempels.
Beschrijving van de activiteit
Binnen een groep bestaan er drempels die een volledige deelname aan een spel kunnen belemmeren. Vaak zijn we ons daar niet van bewust, maar aan de hand van enkele "oneerlijke" spelletjes kan een discussie aangezwengeld worden.
Voorbeelden van activiteiten:
- Kleintjes benadeeld: Verdeel de groep in 2 groepen, waarbij alle grote scouts en alle kleintjes samen zitten. De opdracht is nu om op een hoge muur met krijt een zo hoog mogelijk streepje te trekken. De groep die het hoogste komt, heeft gewonnen.
- Snelle spurters bevoordeeld: Je splitst de groep op in 2 groepjes aan de hand van een hardloopwedstrijd, de eerste helft die over de streep is vormt een groepje en de laatste helft het andere groepje. Deze 2 groepen laat je een estafette tegen elkaar doen.
- Hetzelfde idee, maar dan op kracht: Doe een wedstrijdje armworstelen en plaats de winnaars in één groep en de verliezers in de andere groep. Laat ze nu touwtrekken tegen elkaar.
- Slimme rakkers bevoordeeld: Doe een estafette waarbij ze pas mogen beginnen te lopen nadat ze een moeilijke rekensom hebben opgelost.
- Gewone spelletjes krijgen ook een extra dimensie als je één van de teams een handicap geeft: Speel bijvoorbeeld een potje voetbal waarbij 1 team de handen op de rug gebonden heeft (inclusief de keeper!).
- De sterksten winnen: Vakduwen. Je tekent met krijt evenveel vakken langs elkaar als er leden zijn. Alle leden beginnen in het eerste vak en moeten proberen om als enige in dat vak over te blijven. Dit doen ze door elkaar naar het tweede vak te duwen. Ben je beland in het tweede vak, probeer je daar weer weg te komen door anderen naar het derde vak te duwen, enzovoort enzovoort. Uiteindelijk blijft er in elk vak iemand over, met de "sterkere" vaak aan een kant en de "minder sterkere" aan het andere uiteinde.
Als alle spellen gespeeld zijn ga je met alle scouts de spelen nabespreken.
- Hoe vond je de spelletjes?
- Waren ze eerlijk?
- Hoe voelde je je tijdens het spel? Hoe reageerde je?
- Dit waren nu heel duidelijke drempels, maar zijn er ook andere, mindere zichtbare drempels? (bv. financiële situatie van de ouders, een bepaalde handicap, etc).
- Hoe kunnen we die drempels overbruggen?
Benodigd materiaal
- Ligt aan de spellen die je kiest (zie hierboven).
Tips
- Probeer bij het nabespreken de link te leggen naar mogelijke drempels / uitdagingen in de leefomgeving van de scouts. Helpen de scouts hun medemens als die het moeilijker heeft?
Veiligheid
- De sociale veiligheid is bij dit spel van belang. Zorg dus dat er goed wordt nabesproken!