maandag, 22 september 2025 19:37

Jamie wel, Robin niet: Iedereen behalve.....

Beoordeel dit item
(0 stemmen)

Waarom / doel van de activiteit

Veilig met jeugdleden in gesprek over (online) pesten en wat je ertegen kunt doen, als jeugdlid en als speltak/ groep

Beschrijving van de activiteit

Wat online gebeurt, nemen je jeugdleden direct mee de klas en speltak in. Er is voor hen geen online of offline wereld, dit ís hun wereld. Helaas zijn de beelden in de video voor veel jongeren niet uniek. Van buitengesloten worden in een groepsapp, gefilmd en gedeeld worden tot aan vernedervideo’s: ze zien het voorbij komen, doen er zelf aan mee of worden er slachtoffer van.

In deze video wordt duidelijk hoe de wisselwerking tussen online en offline omgangsnormen elkaar versterken. Hoe social media een vergrootglas of megafoon drukt tegen bestaande problematiek. Maar ook de impact van groepsdruk en de rol van omstanders bij pesten wordt duidelijk.

Deze les is als volgt opgezet:

Kijk samen de film

  • Opdracht 1: Eerste reactie: wat voel je?
  • Opdracht 2: Groepsdynamiek ontrafelen.
  • Keuze:
    • Rond de opkomst af of
    • Kies om nog opdracht 3, 4, 5 te doen, of doe deze opdrachten samen met de groep op een ander moment, bijvoorbeeld de volgende opkomst.

Tip: Bekijk de film eerst zelf voordat je hem in de klas bespreekt (duur: 4.47 min.).

Opdracht 1: Eerste reactie: Wat voel je? Wat gebeurt er? (15 min.)

Doel: Leerlingen staan stil bij hun gevoel na het zien van de video en benoemen wat ze hebben gezien.

  1. Bekijk de video in zijn geheel.
  2. Laat jeugdleden in tweetallen over de volgende vragen met elkaar uitwisselen.
    • Wat voelde je tijdens het kijken van de video? Raakte de film je? Zo ja, wat raakt je precies?
    • Wat zag je precies gebeuren in de video? Wat viel je op?
    • Heb je vragen of dingen die je niet goed begreep?
  3. Bespreek plenair een aantal reacties. Geef eerst ruimte aan de gevoelens die de film opriep, daarna bespreek je wat er precies gebeurde en wat je leerlingen is opgevallen.

Opdracht 2: De groepsdynamiek ontrafelen (30 min.)

Doelen:

Jeugdleden begrijpen hoe pesten werkt binnen een groep en dat iedereen daar een bepaalde rol in speelt, niet alleen diegene die pest of wordt gepest. Door mee te lachen of materiaal door te sturen versterk je het pesten en ben je evengoed verantwoordelijk. Maar ook door niets te doen keur je het pestgedrag impliciet goed.

Jeugleden vergroten hun empathie door zich in te leven in de personages uit de film. Om pestgedrag te verminderen is het essentieel om empathie te bevorderen. Als je je kunt inleven in de gevoelens van anderen, denk je meer na over de impact van je woorden of gedrag. Dit zorgt ervoor dat je minder snel meedoet of toekijkt, en eerder opkomt voor iemand die buitengesloten of gepest wordt.

Leg uit dat de jeugdleden zo de film nog een keer gaan bekijken. Verdeel de groep in vier groepjes. Elk groepje krijgt een eigen opdracht mee. Na het kijken van de film bespreken ze met elkaar de vragen. (20 min)

Groepje 1 observeert Chris

  • Wat valt je op?
  • Hoe voelt Chris zich denken jullie?
  • Welke momenten lijken voor hem het moeilijkst?
  • Wat is het effect van buitengesloten en gepest worden?

Groepje 2 observeert Boy

  • Wat valt jullie op?
  • Hoe voelt Boy zich denken jullie?
  • Wat voor positie heeft hij in de groep?
  • Waarom doet hij dit denken jullie=

Groepje 3 observeert Rumi

  • Wat valt jullie op?
  • Hoe voelt Rumi zich denken jullie?
  • Op welke momenten had hij voor Chris op kunnen komen?
  • Wat maakte, denken jullie, dat hij dat niet deed?
  • Op het einde zie je dat Rumi ervoor kiest om niet meer mee te doen. Welk verschil maakte dit voor Chris?

Groepje 4 observeert de rest van de groep

  • Wat valt jullie op?
  • Wat zag je andere kinderen doen of juist niet doen?
  • Welk effect had dat?
  • Vind je dat deze jongere ook verantwoordelijk zijn voor de situatie? Waarom wel of niet?

Plenair: Bespreek na wat er in de groepjes aan bod is gekomen. Wat is hen opgevallen?

Wat vonden ze van de rol van de persoon of personen die ze hebben geobserveerd? Je wilt dat jeugdleden aan het einde van dit gesprek beseffen dat iedereen uit de groep een rol speelt bij pestsituaties. En dat dus ook iedereen iets kan doen om de gepeste juist te helpen. (10 min)

Opdracht 3: Opkomen voor een ander (15 – 20 min)

Doel: jeugdleden weten hoe je voor iemand kunt opkomen en waarom dit belangrijk is.

Opkomen voor de ander is van groot belang, omdat je daarmee een ander kunt steunen en de groepsnorm kunt beïnvloeden. Als meerdere mensen opstaan tegen een groepsnorm die niet oké is, wordt dat ook meer gedragen. Laat de alternatieve scenario’s zien waarin Rumi ingrijpt. Mogelijke vragen om te bespreken:

  • Wat doet Rumi anders?
  • Welk effect heeft dat op Chris? En op de rest?
  • Op welke manieren kun je allemaal opkomen voor anderen? En op welke momenten zou dit kunnen?
  • Is er verschil tussen online en offline opkomen voor iemand?
  • Waarom is het soms moeilijk om voor iemand op te komen?
  • Wat zou je helpen om dit toch te doen?
  • Welk verschil zou het voor iemand maken als je voor diegene opkomt?
  • Wie wil een voorbeeld delen van een moment waarop iemand voor jou opkwam en hoe dat voor jou was?

Opdracht 4: Normen stellen (15 min)

Doel: Gezamenlijke klassennorm stellen en afspraken maken

Juist online ontbreken vaak duidelijke normen over wat wel en niet oké is. Daardoor weten jongeren niet altijd waar de grens ligt. In de klas kun je samen afspraken maken over gewenst gedrag, ook online. Zo ontstaat er een groepsnorm die richting geeft aan hoe je met elkaar omgaat. Die gedeelde norm helpt om elkaar aan te spreken en te beschermen tegen grensoverschrijdend gedrag.

Bespreek met elkaar:

  • Wat vinden wij acceptabel en onacceptabel gedrag, zowel fysiek als online?
  • Hoe ziet dat eruit?
  • En welke afspraken kunnen wij daar als groep over maken?
  • Wat doen we als iemand zich niet houdt aan de afspraken?

Je kunt hiervoor ook gebruik maken van het spel ‘Gedragen Gedrag’ van Stichting School &Veiligheid. Aan de hand van situatiekaartjes gaan leerlingen met elkaar in gesprek over gewenst en ongewenst gedrag. Het doel is om vervolgens samen tot afspraken en regels te komen.

Opdracht 5: Hulp zoeken (10 min)

Doel: jeugdleden weten bij wie ze terecht kunnen.

Juist bij online pesten en ander grensoverschrijdend gedrag zien we dat jongeren minder snel aan de bel trekken dan als dit ‘in het echt’ gebeurt. Daarom is het nog belangrijker dat jongeren elkaar helpen, maar ook dat ze het gevoel hebben dat ze terecht kunnen bij volwassenen of bij andere hulpbronnen (zoals HelpWanted).

Bespreek met elkaar:

  • Wat kun je doen als je te maken krijgt met online pesten? Of als je dit bij een ander ziet?
  • Weet je waar je terecht kunt?
  • Zou je dit ook doen/ durven? Waarom wel/ niet? Wat heb je daarin bijvoorbeeld van de leiding /vertrouwenspersoon nodig?

Suggestie: Laat leugdleden informatie opzoeken over de vertrouwenspersoon op school en over bijvoorbeeld HelpWanted of de Kindertelefoon

Benodigd materiaal

Veiligheid

Let op sociale veiligheid.

Tips

  • Bekijk de film eerst zelf voordat je hem in de groep bespreekt (duur: 4.47 min.).
  • Doe eventueel een nabespreking met vertrouwens persoon van de groep

Aanvullende informatie

Lees 30 keer Laatst aangepast op woensdag, 24 september 2025 18:12
Log in om reacties te plaatsen