Introductie (15 min)
- Uitleg over vuursoorten (met plaatjes of voorbeelden):
- Stervuur – Goed voor langdurig koken met een pan.
- Sleutelgatvuur – Combineert snel koken en sudderen.
- Reflectievuur – Ideaal voor grillen en bakken.
- Driepoot met hangpot – Handig voor soep en stoofpotten.
- Raketkachel (of Zweedse fakkel) – Efficiënt en snel warm.
- Veiligheidsregels doornemen (brandveiligheid, blussen).
Vuren Bouwen (30 min)
- Verdeel de groep in teams. Elk team bouwt een ander soort vuur.
- Begeleiders helpen waar nodig.
- Als de vuren klaar zijn, aansteken en controleren of ze goed branden.
Kookuitdaging (45 min)
- Elke groep krijgt een kookopdracht passend bij hun vuur:
- Stervuur → Water koken voor thee of soep.
- Sleutelgatvuur → Brood bakken op een stok.
- Reflectievuur → Marshmallows roosteren of broodjes bakken.
- Driepoot met hangpot → Groentesoep maken.
- Raketkachel/Zweedse fakkel → Pannenkoeken of eieren bakken.
- Teams koken en proberen elkaars gerechten.
Evaluatie & Opruimen (30 min)
- Bespreken:
- Wat ging goed?
- Welk vuur was het handigst?
- Wat was het lekkerst?
- Vuren goed doven en opruimen.