Waarom / doel van de activiteit
Leef je in met mensen met een beperking door het gesprek aan te gaan en door middel van opdrachten beperkingen te ervaren.
Beschrijving van de activiteit
Introductie
Tijdens een gesprek met de spelers ga je met de groep een rangschikking maken. Hierbij bespreek je de volgende punten:
- Welke handicap is ‘ergste’?
- Waarmee is het moeilijkst om te leven? (blind, siamees, zonder armen, lam)
Dit zal op het einde van het spel opnieuw opgenomen worden.
De groep moet zich in dan 4 kleinere groepjes verdelen. Elk groepje krijgt voor 25 minuten een bepaalde handicap en moet naar een plek gaan op het terrein waar alle zelfde gehandicapten van alle groepen zich verzamelen. Daar kan men verschillende opdrachten, die te maken hebben met de handicap, uitvoeren. Wanneer een opdracht lukt, krijgt de speler een kaartje. Als er gebeld wordt, komen alle groepjes weer samen en moeten ze een andere handicap aannemen. Zo spelen we het 4x30 minuten! Op het einde worden alle kaartjes van de groep geteld. Met een bepaald aantal kaartjes zal men een bepaald aantal gehandicapten kunnen ‘bevrijden’, hiervoor kijken we naar de rangschikking die ze zelf maakten. Als er nog overblijven met een handicap, moeten die hem houden tot na het avondeten!
Opdrachten
1. Blind (duikbrillen zwart maken)
- Blind parcours
- Snoepje uit bloem halen
- Petanque
- Blinde stoelcirkel (Alle spelers staan geblinddoekt rond een berg stoelen. Ze moeten de stoelen nemen en in een cirkel plaatsen, zodat alle stoelen op een meter van elkaar staan. Ze mogen onderling overleggen. Als ze denken dat de stoelen goed staan, mogen ze gaan zitten.)
2. Siamese tweeling (2 benen aan elkaar)
- Voetbal
- 2 rijen vormen, in midden ligt een band. Iedereen krijgt een nummer. Leiding roept nummers af. Die nummers moeten naar midden rennen en band proberen te pakken.
- ratten en raven
- Parcours met een spaghettistokje (dat niet mag breken)
3. Geen armen
- 4 op een rij
- Waterestafette
- Koekhappen
4. Lamme
Benodigd materiaal
Blind
- zwart gemaakte duikbrillen
- parcousje
- bloem en snoepje
- jeu de boules ballen
- stoelen
Siameese tweeling
- touw (om beden aan elkaar te maken)
- voetbal
- lint
- parcoutsje en spagetti stokjes
Geen armen
- lepels
- maatbekers
- water
- draat ontbijtkoek
- wasknijpers
Lamme
- bal