Waarom / doel van de activiteit
Een pietenopleiding volgen.
Beschrijving van de activiteit
Thema introductie bevers
Keet en Fleur Kleur zitten op de speelplaats van Hotsjietonia. Ze hebben hier allemaal pietenklusjes uitgezet voor Stuiter.
Thema introductie welpen
Mang en Ka zijn op de Khaali Jagah-vlakte. Hier hebben ze allemaal pietenklusjes uitgezet voor de welpen
Het spel
De totale groep kinderen wordt in vooraf in groepjes / nesten / ploegen verdeeld. Voor de herkenbaarheid van de verschillende groepen binden de kinderen gekleurde stofjes om hun arm. In de verschillende lokalen is er steeds 10 minuten speeltijd en 5 minuten doorlooptijd. Het begin van een spel wordt aangegeven door bijvoorbeeld een luchtdruktoeter of een fluit.
Roltongenspel
Met behulp van roltongen (fluitjes) moeten niet-ronde materialen worden voorbewogen over een tafel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan grote pepernoten, zoenen e.d.
Donkervoelspel
Het lokaal wordt helemaal donker gemaakt. Alleen rond de tafelpoten breaklights bevestigen zodat de kinderen zich niet kunnen stoten. Er wordt een lange rij tafels geplaatst waarachter de 2 groepen moeten gaan staan. In het rest van de ruimte worden voorwerpen verspreidt zoals badeendjes, kurken, flessendoppen en andere kleine voorwerpen. Bij het startsignaal gaan de lampen uit en gaat de eerste van elke groep met een mand of emmer zoveel mogelijk voorwerpen zoeken op de tast. Wie de meeste voorwerpen heeft, heeft gewonnen.
Kofferspel
De kinderen staan in een rij. Ze lopen één voor één een parcours af. Aan het einde van het parcours staat een koffer. Het eerste kind kiest een kledingstuk uit, trekt het aan, loopt terug naar de groep en geeft het kledingstuk aan nummer twee. Deze trekt het aan en loopt hetzelfde parcours. Het kind neemt uit de koffer een ander kledingstuk en loopt terug. Nummer 3 krijgt de twee kledingstukken aan en loopt het parcours. Het groepje met de meeste kledingstukken wint.
Mat
Er liggen twee matten op de vloer. Er worden, per groep, twee kinderen op de mat gezet. Er wordt voorgelezen welke lichaamsdelen op de mat moeten verschijnen. Het groepje dat dat als eerste voor elkaar krijgt, krijgt een punt. Dan is het volgende tweetal aan de beurt. Het groepje met de meeste punten wint.
Puzzelspel
Per groepje moet er een parcours worden afgelegd. Aan het einde van het parcours liggen puzzelstukjes. Deze moeten teruggebracht worden naar de basis. Welk groepje als eerste de drie puzzels heeft gemaakt wint. Parcours is een spinnenweb met touw vastgemaakt aan tafels en stoelen.
Bal wegdrijven
Het lokaal wordt zo afgezet dat er een groot vak komt waar ballen niet uitkunnen. Aan allebei de kanten van het lokaal gaat een groepje staan. Er liggen een aantal grote strandballen in het midden. De kinderen moeten met behulp van tennisballen zorgen dat de bal aan de andere kant tegen de tafel komt. Elke keer dat een grote bal de tafel raakt krijgt het tegenoverliggende team een punt. Degene met de meeste punten wint.
Knutselen
Teken een stoomboot, Piet of Sinterklaas op een groot vel papier. Laat de kinderen deze samen maken.
Ren je rot spel
Er worden 3 lampen opgehangen. Daaronder het cijfer 1, 2 en 3. De 2 groepen gaan achterin het lokaal staan. Als de vraag gesteld wordt en “ren je rot” wordt geroepen mogen de kinderen naar het goede antwoord rennen. Als het lampje boven het juiste antwoord gaat branden mogen de kinderen die het goed hebben een bal pakken en deze in hun koker gooien. De rest van de kinderen gaat terug naar het begin. Wie de meeste ballen heeft, heeft gewonnen.
Eierkoekpiet maken
Alle jeugdleden maken pieten van eierkoeken
Zoenpietjes maken
Alle jeugdleden maken pieten van schuimzoenen. Tip: Gebruik zoenen van verschillende kleuren zodat kinderen hun eigen smaak of voorkeur kunnen maken. Wat over is, eten we lekker op.
Schilderijtjes maken 10x10 cm
Alle kinderen een schilderijtje laten schilderen (Sinterklaasthema, Sint, Piet, pepernoten, boot, paard, cadeau) van 10x10 cm. Deze later allemaal samenvoegen tot 1 groot schilderij. Dan hebben we iets blijvends om neer te hangen.
Frisbees gooien
In het midden van het lokaal wordt een groot zeil gehangen. In het zeil zijn verschillende vormen uitgesneden. Vierkant, rondje, driehoek etc. Beide groepen staan aan een kant van het zeil achter een lijn ca. 2 meter van het zeil. Elke groep krijgt 40 kleine frisbees. Bij het startsignaal moeten de groepen zorgen dat ze zo min mogelijk frisbees overhouden. Ze gooien de frisbees vanaf de lijn door de uitgesneden vormen naar de andere kant. De frisbees worden gewoon weer opgeraapt aan de eigen kant en weer gegooid. Wie de minste frisbees over heeft, heeft gewonnen.
Knapperballetjes spugen
Elke groep staat in en kring, ca 1 meter verwijdert van de emmer die in het midden staat. Elk kind krijgt eenzelfde hoeveelheid knapperbolletjes (soepballetjes) in zijn hand. Ze moeten elke keer 1 balletje tussen de lippen plaatsen en deze in de emmer spugen. De groep die de meeste balletjes in de emmer heeft zitten, heeft gewonnen.
Benodigd materiaal
- Zie spelen.
Tips
- Zorg dat alles klaar staat, dan hoeven de jeugdleden niet te wachten op volgend spel.