Waarom / doel van de activiteit

Gedachten uitwisselen aan de hand van stellingen, om te komen tot een ruimere en dus tolerantere houding ten opzichte van rainbowscouts zijn. Via stellingen over de rainbowscouts thematiek kom je meer te weten over hoe je jeugdleden denken over rainbowscouts en LHBTI+. De jongeren kunnen via deze manier in discussie treden met elkaar en zoeken naar informatie. 

Beschrijving van de activiteit

Je maakt een kring met de jongeren. Je stopt alle stellingen in een bak. Je laat de bak rond gaan met de stellingen. Iedereen jongere neemt één stelling en leest zelf in stilte door. De eerste persoon leest zijn stelling hardop voor. Deze persoon geeft als eerste zijn mening over de stelling. De andere jongeren mogen daarna ook reageren op de stelling. Dan is de volgende persoon aan de beurt.

Noot voor gespreksleider

Identiteit is geen discussiepunt. Iedereen is welkom bij scouting.

• Sekse = biologisch, geboortegeslacht
• Gender = sociaal, hoe iemand identificeert
• Cishet* (cisgender hetero) = identificerend met het geboortegeslacht en als hetero

Lhbtqiapc staat voor

• Lesbisch: Een vrouw die zich emotioneel/fysiek aangetrokken voelt tot vrouwen
• Homoseksueel: Een man die zich emotioneel/fysiek aangetrokken voelt tot mannen
• Biseksueel: Iemand die zich zowel emotioneel als fysiek aangetrokken voelt mensen van hetzelfde en van een ander geslacht.
• Transgender: parapluterm voor mensen die zich niet identificeren met het bij geboorte toegekende geslacht
• Intersekse conditie: een parapluterm voor aangeboren condities waarbij het geslacht verschilt van wat medici als norm beschouwen voor mannen- en vrouwenlichamen. Er zijn veel verschillende intersekse-condities
• Queer: Mensen die hun seksuele voorkeur liever niet in een hokje plaatsen. Iemand die queer is wil zich dus liever niet identificeren als lesbisch, hetero, biseksueel of panseksueel
• Aseksueel: Mensen die zich niet seksueel aangetrokken voelen tot anderen
• Panseksueel: Mensen die zich aangetrokken voelen tot alle genderidentiteiten en biologische geslachten. Ze vallen dus niet op geslacht, maar op het karakter of de persoonlijkheid van de ander
• Cisgender: Mensen bij wie het geboortegeslacht overeenkomt met de ervaren genderidentiteit

Voorbeelden van stellingen

• Iedereen is biseksueel geboren.
• Lesbiennes zijn supervrouwen.
• Gender en geaardheid zijn een spectrum.
• De knapste mannen zijn homo.
• Je geaardheid en genderidentificatie wordt pas na je 18de verjaardag duidelijk.
• Een homo kan verliefd worden op een vrouw.
• Genderdiversiteit is een moderne uitvinding.
• Iemand die biseksueel is zal steeds relaties met mannen en vrouwen blijven aangaan.
• Lesbische vrouwen zijn intelligente vrouwen.
• Homomannen zijn goed in het huishouden.
• Genderdiversiteit omarmen past goed bij een moderne en tolerante samenleving.
• Alle homomannen willen dolgraag kinderen.
• Cishets* hebben het het makkelijkst.
• LHBTI+ hebben hun eigen netwerken en feesten overal ter wereld.
• Dragqueens zijn nooit hetero.
• Het is gezond voor kinderen om te mogen experimenteren met masculiene en feminiene eigenschappen en uiterlijkheden.
• Pubers die niet cishet* zijn, hebben een hogere kans op depressie en zelfmoord.
• Er zou meer genderneutrale kleding moeten zijn.

Benodigd materiaal

• Stellingen op briefjes
• Bak waar de briefjes in kunnen