Beschrijving van de activiteit

Thema-intro

Mowgli en Shanti lopen langs de Zambezie rivier in de winter. Er is water in, maar ze zien dat er veel meer water in kan. En het niet echt koud. De dieren zitten in de middag in hun holletjes; ze schuilen tegen de hete zon. Hoe zou het dan in de zomer zijn? Is er dan meer water in de rivier?

Beschrijving

Op tafel of op de grond ligt een groot vel papier. Daar is ruimte voor vier kolommen. Boven die kolommen staat:

• De maanden van het jaar
• Seizoenen bij ons (Noordelijk Halfrond)
• Seizoenen in Afrika (Zuidelijk Halfrond)
• Zuid-West Afrika

Er zijn ook kaartjes (1 set maanden van het jaar, 2 sets seizoenen, regentijd, wintertijd). Ze liggen nog met hun blanco kant naar boven.

Ook ligt er een afbeelding van Europa en Afrika, bijvoorbeeld van een atlas. Of er staat een wereldbol.

De spelleider deelt de kaartjes van de maanden van het jaar uit. Hij vraagt wat de eerste maand van het jaar is. De welp die dat kaartje heeft, legt het kaartje bovenaan in de kolom van de maanden. En zo volgen de andere maanden.

Dan wordt een set kaartjes van de seizoenen gepakt. Die kaartjes worden op tafel gelegd met de beschreven kant naar boven. Waar moet het kaartje van de lente – 21 maart t/m 20 juni - ongeveer liggen? En de andere kaartjes?

Dan wordt het tweede set kaartjes van de seizoenen gepakt. De spelleider vertelt, dat als het bij ons zomer is, het in Afrika winter is. Hij legt het kaartje winter in de derde kolom in het verlengde van ons kaartje zomer. Terwijl hij het zegt, wijst hij Europa en ons land aan op de kaart of de wereldbol. Ook wijst hij Afrika aan. Dan de volgende vraag: als het bij ons winter is, wat is het dan in Afrika? En als het bij ons lente is? En herfst? Waarschijnlijk weet een oudere welp het antwoord. Zo komen alle kaartjes op hun plek.

Dan vraagt de spelleider aan de welpen wat voor weer het in de zomer is bij ons. En wat voor weer in winter. Help ze, als dat nodig is. Bij ons regent en sneeuwt het in de winter. In de zomer regent het niet zo veel. Dan vertelt de spelleider, dat het in Zuid-West Afrika anders is. Hij wijst op de kaart of op de wereldbol Zuid-West Afrika aan. Daar is het droog in de winter. Echt koud is het niet. Vooral overdag is het warm. En in de zomer regent het heel veel. Soms overstromen rivieren dan. Hij legt de kaartjes regentijd en wintertijd op hun plek in de vierde kolom.

Hierna zijn er twee varianten

1. Er is een stapeltje kaartjes met plaatjes van lente, zomer enz. bij ons. Bijvoorbeeld: lammetjes, paddenstoelen, bomen met bloesem, bomen met herfstbladeren, sneeuwpop, dieren die een winterslaap houden (vleermuizen, egels, lieveheersbeestjes, kikkers enz.). Er is een stapeltje kaartjes met plaatjes van regentijd (zomer) en droge tijd (winter) in (Zuid West) Afrika. Bijvoorbeeld: een longvis die zijn zomerslaap houdt in zijn cocon van slijm en een longvis, die in de regentijd in de rivier zwemt.
2. De spelleider vertelt over de droge tijd (winter) in (Zuid-West) Afrika, waarin dieren overdag in hun holletje schuilen, omdat de zon zo warm is en er geen water is. Hij vertelt, dat dieren daar in de zomer (het regenseizoen) vluchten voor een overstroming. En hij vertelt over de longvis die zijn zomerslaap houdt in zijn cocon van slijm en die in de regentijd in de rivier zwemt.

Een welp is de weerman. De andere welpen zijn dieren: longvissen en andere dieren, bijvoorbeeld stokstaartjes, vleermuizen, springhazen en rietratten.

Ze lopen achter de weerman aan. Ze vragen: weerman, welk seizoen is het? Als hij zegt ‘regentijd’, blijven de longvissen extra vrolijk door lopen. Ze maken dan zwembewegingen met hun armen. De andere dieren rennen naar een afgesproken plek, mogelijk wat hoger gelegen. De weerman probeert hen te tikken. Doordat de longvissen zwembewegingen maken, weet hij dat hij hen niet kan tikken. Als hij zegt ‘droge tijd’, rennen de longvissen en de andere dieren naar een afgesproken plek in de schaduw. De weerman probeert hen te tikken. Als hij zegt ‘herfst’ of ‘lente’, blijven alle dieren achter hem aan lopen.

Voorbereiding

• Maak 1 set kaartjes met daarop de maanden van het jaar.
• Maak 2 sets kaartjes met daarop de vier seizoenen: lente – 21 maart t/m 20 juni - , zomer – 21 juni t/m 20 september - , herfst - 21 september t/m 20 december - , winter – 21 december t/m 20 maart.
• Maak een kaartje ‘droge tijd’ en een kaartje ‘regentijd’.
• Maak voor spel mogelijkheid 1 kaartjes over de seizoenen bij ons (lammetjes, paddenstoelen, sneeuwpop enz.) en over de seizoenen in Afrika.

Benodigd materiaal

• 1 set kaartjes met daarop de maanden van het jaar.
• 2 sets kaartjes met daarop de vier seizoenen: lente – 21 maart t/m 20 juni - , zomer – 21 juni t/m 20 september - , herfst - 21 september t/m 20 december - , winter – 21 december t/m 20 maart.
• een kaartje ‘droog’ en een kaartje ‘regentijd’.
• voor spelvariant 1 kaartje over de seizoenen bij ons (lammetjes, paddenstoelen, sneeuwpop enz.) en over de seizoenen in Afrika, bijvoorbeeld een longvis, een stokstaartje, een springhaas, een rietrat.
• Atlas met kaart van Europa en Afrika of wereldbol.

Tips

• Laat de welpen zelf meedenken. Als niemand van de welpen het weet, geef je als leiding zelf het antwoord.
• Spelmogelijkheid 2 is een renspel. Zorg voor een vlakke ondergrond.
• Baken het speelveld af voor spelmogelijkheid 2.
• Deze activiteit heeft betrekking op het duurzame ontwikkelingsdoel: Doel 10 Minder ongelijkheid (tussen landen / regio's).