Waarom / doel van de activiteit
De kinderen dagen elkaar uit en proberen zo bovenaan de ladder (boven aan in de hiërarchie) te komen.
Beschrijving van de activiteit
Er staat een ladder in het bos of in het clubhuis. Iedere speler schrijft op een kaartje zijn naam en hangt het kaartje aan een willekeurige sport van de ladder.
Het is de bedoeling dat de kinderen hun naam binnen de afgesproken tijd zo hoog mogelijk op de ladder krijgen. Dat doen ze door jeugdleden uit te dagen die boven ze hangen. Dat mag direct er boven zijn, maar ook veel verder naar boven. De speler die in het begin bovenaan hangt zal zich dus steeds moeten verweren (de uitdaging winnen) om bovenaan te blijven. Win je van de speler die boven je hangt, dan mag je de naamkaartjes van plaats wisselen. Verlies je, dan blijven ze hangen. Je mag dus alleen iemand uitdagen die aan een hogere sport hangt. Je mag niet twee keer na elkaar dezelfde speler uitdagen. De uitdager kiest het spel dat gespeeld wordt. De leiding kan van tevoren een lijstje met mogelijke uitdagingen samenstellen.
Mogelijke uitdagingen
- Armpje drukken
- Een sprint over 50 meter
- Kimspel
- Vijf sommen uitrekenen
- Zo snel mogelijk een puzzel oplossen
- Een rebus oplossen
- Ect.
Voorbereidingstijd
10 minuten.
Benodigd materiaal
- Een ladder / touwladder / touw die verticaal in een boom hangt.
- Naamkaartjes.
- Eventueel materiaal dat nodig is voor de uitdagingen.