Waarom / doel van de activiteit
De bevers leren dat delen krijgen is, maar ook geven; iets delen met een ander.
Beschrijving van de activiteit
Het is bijna 11 november. "Leuk, met mijn lampion langs de huizen en snoep krijgen", zegt Stuiter tegen Rozemarijn. Ze vertelt over Sint Maarten, die zijn mantel deelde met een bedelaar. Kunnen zij ook iets delen? Appelflapjes maken bijvoorbeeld en die dan naar iemand brengen, die er blij mee zal zijn?
Op 11 november wordt op veel plaatsen in Nederland Sint Maarten gevierd. Kinderen gaan met (vaak zelfgemaakte) lampions langs de huizen. Ze zingen een lied over Sint Maarten en krijgen dan snoep, koek of fruit.
Het is leuk om snoep te krijgen, maar het is ook leuk om snoep uit te delen. De bevers maken appelflapjes en brengen die naar een verpleeghuis of naar iemand in hun straat, die er blij mee zal zijn.
Laat het diepvriesbladerdeeg ontdooien. Geef elke bever een plakje en een bakje met stukjes appel. De bevers leggen de stukjes appel op het plakje. Ze vouwen de flapjes over de stukjes appel. Let erop, dat de stukjes appel goed bedekt zijn.
Terwijl de appelflappen gebakken worden, kunnen de bevers de doosjes of zakjes, waar de appelflapjes straks in gaan, versieren met een tekening.
Er is een prentenboek over Sint Maarten: Sint Maarten en het beertje, geschreven door Maja Dusikova. Het beertje geeft zijn lantaarntje aan een jongetje, dat zijn lantaarn kwijt is.
Sint Maarten (Sint Martinus) was een soldaat in het Romeinse leger. Hij sneed zijn mantel in twee helften en gaf een helft aan een bedelaar. In 372 werd hij bisschop van Tours (in Frankrijk). Hij deed veel voor arme mensen.
Benodigd materiaal
- bladerdeeg
- appels
- zakjes of doosjes om de appelflapjes in te doen
- oven