Waarom / doel van de activiteit
De bevers en welpen gaan door middel van een spel aan de slag met veilig deelnemen aan het verkeer.
Beschrijving van de activiteit
Thema introductie bevers
Stuiter rijdt op zijn fiets door Hotsjietonia. Daar komt Rebbel aan. Ze laat Hond uit en wil oversteken. En daar komt Stanley aan in zijn auto. Wie mag eerst?
Thema introductie welpen
Mowgli en Shanti zijn opweg naar het Wolvenhol. Juist als zij op het kruispunt willen oversteken, komt er een auto aan. En om de hoek een fiets. Wie mag eerst?
Twee mogelijkheden voor de activiteit:
Bordspel
Op de grond ligt een groot stuk karton of papier. Daarop zijn straten, kruispunten en verkeersborden getekend. Ook 'huizen', zoals oma, eigen huis, school, bibliotheek, clubgebouw, vriendje, voetbalveld, zwembad, winkel. De bevers zitten om het spelbord heen. Bij de welpen heeft elk nest zijn eigen spelbord. Voor elke bever/welp is er een eigen pion: een auto, fiets, poppetje dat loopt. De pionnen zitten in een ondoorzichtige zak, zodat je niet kan zien welke pion je pakt.
Elke bever/welp pakt een pion en kiest een eigen huis. Dan pakt hij een opdrachtkaart, bijvoorbeeld: je gaat naar je oma. Of: je gaat naar het zwembad. Hij gooit met 1 (bevers) of 2 (welpen) dobbelstenen en verplaatst zijn pion vanaf zijn huis. Onderweg komt hij meer verkeersdeelnemers tegen en moet hij de verkeersregels gebuiken. De opdracht is klaar, als je weer thuis bent. Die opdracht gaat onderop de stapel. Dan wordt een nieuwe opdrachtkaart gepakt.
Laat 2 of 3 bevers tegelijk met hun dobbelsteen gooien. En meerdere welpen tegelijk. Zo wordt er ook echt tegelijkertijd gereden en gelopen en moet er voorrang worden gegeven.
Teken ook een of meerdere stoplichten op het karton of papier. Daarbij of aan de rand van het spelbord leg je kleine kaartjes met daarop aan de 'onderkant' een rood, oranje (voor welpen) of groen vlak. Als de bever/welp over het kruispunt met een stoplicht moet, pakt hij zo'n stoplichtkaartje. Is het groen, dan mag hij helemaal door naar de overkant. Rood, dan moet hij op tijd stoppen. Oranje: Als hij de overkant nog haalt met het aantal gegooide ogen, mag hij door. Anders moet hij op tijd stoppen, dus voor de stopstreep.
Je kunt voetgangers- en fietserstoplichtkaartjes maken. Alleen groen en rood.
Verkeersbaan buiten
Op een groot plein of de ruimte rond het clubgebouw is een verkeersbaan getekend met stoepkrijt. Er staan verkeersborden. De bevers/welpen fietsen, steppen, rijden in een skelter, lopen over de verkeersbaan. Op een plein kan een 'verkeerslicht' staan: leiding met rode, oranje en groene stukken karton.
Benodigd materiaal
Voor het bordspel: groot stuk karton of stevig papier voor het bordspel, karton of stevig papier voor opdrachtkaarten, stoplichtkaarten en pionnen, eventueel echte voorwerpen als pionnen (bijv. een auto, een fiets, een poppetje dat loopt, een step), dobbelstenen, stiften om op het karton of papier te tekenen
Voor de verkeersbaan buiten: een groot plein of andere grote ruimte rond clubgebouw, stoepkrijt om de verkeersbanen, haaientanden, verkeersborden enz. op de grond te tekenen. Eventueel stok en stevig karton en papier om de verkeersborden in de grond te zetten.
Veiligheid
Let op de veiligheid als je het spel buiten speelt.
Tips
- Voor welpen kan je het spel uitgebreider maken dan voor bevers. Bijvoorbeeld: een groter bordspel met (meer) verkeersborden. Of een dubbele opdracht: Je brengt eerst je boek naar de bibliotheek en daarna ga je naar je oma. En de oranje stoplichtkaarten.
- Bevers kunnen meestal nog niet lezen. Lees de opdracht voor en help zonodig herinneren. Wijs eventueel aan waar ze naar toe moeten. Ze kunnen zelf uitzoeken hoe ze daar komen.
- Bevers kunnen meestal al wel tot 10 tellen. Geef ze de tijd om de ogen van de dobbelsteen te tellen. Gebruik eventueel een grotere dobbelsteen, dan is het duidelijker te zien.
- Bespreek vooraf (kort) de verkeersregels en wat de verkeersborden, de haaientanden en de verkeerslichten betekenen. Laat de kinderen eerst zelf een antwoord geven.
- Geef tijdens het spel aanwijzingen, als je ziet dat iets niet helemaal veilig ging. Laat de welp/bever eerst zelf nadenken.
- Voor verkeersborden
- Voor verkeersregels:
- Voor kleurplaten en voorleesboeken
- Voor het bordspel: Als je het van stevig materiaal maakt, kan je het meer dan 1 x gebruiken. Gebruik je fantasie om de straten, kruispunten, voetpaden en fietspaden te tekenen. Je kan ook denken aan jouw eigen dorp, wijk of stad. Wat kan je daarvan gebruiken. Wat (zeker) niet.
- Er zijn fietspaden en voetpaden langs een straat waar ook auto's rijden. Maar er zijn ook fietspaden en voetpaden dwars door een wijk. Daar kom je geen auto tegen. In veel plaatsen zijn woonerven.
- Voor de verkeersbaan buiten: Vraag toestemming als je een groot openbaar plein gebruikt. Misschien mag je gebruik maken van een schoolplein. Dan kan de verkeersbaan ook door de leerlingen gebruikt worden, zolang als het stoepkrijt te zien is.