Toon items op tag: 1,5meter
Scouts en explorers op een eigentijdse manier een tocht laten lopen met een medium dat de explorers wellicht sneller en beter beheersen dan de leiding en wellicht in een later stadium aan andere speltakken kunnen uitleggen.
Bevers de vier belangrijkste windrichtingen leren.
Scouts zijn op een positieve manier met elkaar bezig. Ze kennen positieve eigenschappen aan elkaar toe en doen een positieve ervaring op.
Scouts krijgen positieve feedback en complimenten en delen deze uit. De scouts hebben een envelop vol positieve berichtjes voor als ze zich een keer wat minder voelen.
Op een grappige en speelse manier leggen scouts contact met anderen, waarbij de nadruk ligt op het benoemen van positieve eigenschappen.
Samenwerken met je teamgenoten en de personen die aan dezelfde 'paal' zitten.
De explorers luisteren naar de geluiden van de omgeving en zetten deze in hun eigen ‘notenschrift’ op papier.
Scouts leren zichzelf te omschrijven en ervaren hoe de rest van de groep hen ziet.
Scouts tekenen zichzelf door middel van het tekenen van een deur. Door het gebruik van vragen denken ze (in stilte) over zichzelf na.