Waarom / doel van de activiteit

De natuur is een geweldige plek om de zintuigen te prikkelen. Voelen is een indrukwekkende manier om iets te ervaren, omdat je rechtstreeks contact maakt.

Beschrijving van de activiteit

Stuiter en Noa doen een spelletje. Noa gooit met de dobbelsteen, maar die rolt van de tafel op de grond. "Ik pak hem wel", zegt Stuiter. De dobbelsteen ligt zo, dat je hem niet kan zien, alleen maar voelen. Stuiter voelt: vierkant, klein. Ja, dit is de dobbelsteen.

De meeste bevers zijn gewend om vooral informatie op te nemen door te kijken en luisteren. Door te voelen krijg je weer andere informatie en een hele directe beleving en verbinding. Voelen doe je door iets aan te raken, je komt heel dichtbij, er is geen afstand meer. Mensen hebben tastsensoren in de huid, vooral in de vingertoppen, voeten, lippen en de tong. Blinde mensen kunnen met hun vingertoppen lezen door brailleschrift te voelen. Behalve met je tastzin kun je ook temperatuur, pijn en emoties voelen.

Noa gaat samen met de bevers in een kring staan en vraag de bevers met de vingertoppen hun eigen hand en arm te voelen, dan hun eigen gezicht, neus, lippen, haren, oren, kleding. Vervolgens mag 1 bever in het midden gaan staan met een blinddoek om. Wijs een andere bever aan dat voor het bever met de blinddoek gaat staan. Kan de bever raden wie er voor hem staat, door voorzichtig de haren en het gezicht te voelen? Doe dit een aantal keer met verschillende bevers.

Bas maakt nu een wandeling en vraag de bevers onderweg zoveel mogelijk verschillende voorwerpen te voelen. Elke bever neemt onderweg iets mee en houdt dat verborgen in zijn of haar handpalm. Ga weer in de kring staan. De bevers houden hun geheime voorwerp achter hun rug en geven het door naar links. Zonder te kijken voelen ze wat het voorwerp is dat ze nu vasthouden. Niet hardop zeggen. Ze geven het voorwerp weer door naar links en voelen het volgende voorwerp. Na een paar voorwerpen gevoeld te hebben laten ze de voorwerpen aan elkaar zien.

Verdeel de  groep in groepjes van maximaal 5 kinderen en geef elk groepje een eierdoos met 10 vakjes. Laat elk groepje nu iets zachts zoeken en in een vakje leggen en vervolgens iets hards (het tegenovergestelde) ernaast. Vervolgens bijvoorbeeld zwaar en licht, glad en ruw, nat en droog, scherp en bot. Bekijk met elkaar welke voorwerpen zijn gevonden en hoe ze voelen.

Rond af in de kring en vraag elke bever hoe het zich voelt. Noa geeft zelf het voorbeeld door te zeggen ‘ik voel me blij’.

Benodigd materiaal

Blinddoek, eierdozen

Tips

Deze activiteit heeft betrekking op het duurzame ontwikkelingsdoel: Doel 15 Herstel ecosystemen en behoud biodiversiteit.