Waarom / doel van de activiteit
Als je met bevers op kamp gaat, is het voor veel kinderen de eerste keer dat ze ergens anders slapen. Dat is natuurlijk reuze spannend en daarom is het goed om hier de opkomst van tevoren eens aandacht aan te besteden. Door het kamp in verhaalvorm na te spelen, weten de bevers al een beetje wat hen te wachten staat.
Beschrijving van de activiteit
De leiding vertelt een verhaal over Stuiter die een nachtje in Hotsjietonia blijft slapen. De bevers beelden ondertussen uit wat Stuiter (en de andere bevers) allemaal aan het doen zijn. Je kun de bever tegelijk laten bewegen, of ombeurten iets laten doen. Misschien kunnen de oudere, meer ervaren bevers het wel voordoen? Die weten immers al hoe het is om op kamp te gaan.
Voorbeeld verhaal Stuiter gaat op kamp
(cursief staan de bijbehorende bewegingen)
Hoera, op kamp!
Stuiter is bezig met het inpakken van een hele grote tas (spullen in tas doen). Nog één nachtje slapen, dan gaan de bevers op kamp. Spannend! Even kijken, is alles ingepakt? Wel handig: een paar extra sokken en een extra onderbroek. En natuurlijk Knuffie niet vergeten! Stuiter geeft Knuffie nog een kusje en stopt hem dan in de tas (knuffel kusje geven en in tas doen). Oei, Stuiter was bijna de tandenborstel en tandpasta vergeten!
De volgende dag staat Stuiter vroeg op. Snel douchen (douchen), kleren aan (kleren aan doen) en eten (eten). En dan naar het clubgebouw. Alle bevers mogen een plekje zoeken voor hun luchtbed en tas. [Koen] pompt zijn luchtbed op (beweging en geluid luchtbed op pompen) en [Marie] legt haar knuffel en slaapzak op haar matje (slaapzak en knuffel neerleggen). Als alle bedden klaar liggen, gaan de bevers naar buiten: spelletjes doen. Wat word je warm van al die spelletjes! En wat krijg je een dorst! Gelukkig staat er limonade en een lekkere koek. Stuiter heeft wel vieze handen van het spelen. Eerst even handen wassen dus (handen wassen).
Steven Stroom vraagt aan de bevers om met hem mee te komen. Waar gaan ze naar toe? Leuk, ze gaan varen in zijn boot! Van Sterre krijgen ze allemaal een reddingsvest (reddingsvest aandoen). Dat staat wel cool, zo’n reddingsvest. Daar gaan ze. Kijk, daar zwemmen pappa en mamma eend met jonge eendjes (zwemmen) . En daar staat een reiger op één poot tussen het riet (op één been staan). Een kikker kwaakt. Hij heeft zich goed verstopt in het riet (kwaken en zitten als een kikker). Wat krijg je een honger van varen. Gelukkig staat het eten klaar als ze terug komen. Eerst nog even plassen en handen wassen (handen wassen) en dan lekker patat en worstjes eten (eten).
Na het eten doen de bevers nog wat spelletjes buiten. Moeten ze nu al naar bed? Nee hoor, ze gaan marshmallows roosteren boven een smeulend kampvuur. Heel voorzichtig! Mmm, lekker! En dan is het toch bedtijd: wassen (wassen), pyjama aan (pyjama aantrekken), tanden poetsen (tanden poetsen) en je slaapzak in (op de grond liggen) . Noa leest nog een verhaaltje voor. Stuiter luistert ernaar. De bevers hebben hun knuffel dicht tegen zich aan (knuffel dicht tegen je aan) . Wat was het leuk vandaag! Moe vallen de bevers in slaap (ogen dicht).
Voorbereidingstijd
Eventueel een half uurtje om een verhaal te verzinnen en anders geen.
Benodigd materiaal
- Een oefenverhaal over op kamp gaan.
Tips
- Je kunt tijdens het lezen steeds een (of een aantal) bever(s) aanwijzen om de laatst voorgelezen actie uit te beelden.