Waarom / doel van de activiteit
Meerdere spelen met competitie.
Beschrijving van de activiteit
Het spel valt uiteen in twee delen:
- Het invullen van een totoformulier en na het uitvoeren van de diverse onderdelen de beoordeling daarvan.
- Het uitvoeren van diverse onderdelen, zoals aangegeven op het totoformulier.
De deelnemers worden in twee (of meer) groepen verdeeld, bijvoorbeeld per ploeg of nest, zo nodig qua aantal aangepast, om gelijke grootte in teams te krijgen. Na deze indeling krijgen alle deelnemers een totoformulier, dat ze elk voor zich moeten invullen. Dit wordt ingeleverd bij de spelleider. Daarna wordt begonnen met de diverse onderdelen.
Op een groot formulier wordt aangegeven wie winnaar is van het onderdeel:
- Nest oranje.
- Nest paars.
- Gelijkspel.
Nadat de onderdelen gespeeld zijn, worden de ingevulde totoformuliertjes vergeleken met de werkelijke uitslag. De speler met de meeste kruisjes goed, is de winnaar.
De opdrachten
- Werpvermogen: Het is de bedoeling om een papiertje vooruit te krijgen. Er mag geen prop van gemaakt worden. De ploegen spelen het spel afzonderlijk. Een ploeg krijgt 2 minuten de tijd en gooit, blaast, etc. van een startstreep het papiertje naar voren. Waar het is neergekomen, gooit de volgende, enz. Bij de eindstreep aangekomen, mag men de route terug nemen. Waar het papiertje is neergekomen, wordt een pilon neergezet. Dan is groep 2 aan de beurt.
- Snelheid: De groepen krijgen 2 minuten de tijd om van paperclips een zo lang mogelijke ketting te rijgen. Na anderhalve minuut wordt de tijd aangegeven.
- Kracht: De groepen lopen in estafettevorm een kruiwagenrace, tweetallen heen-en-terug. Welke groep is als eerste binnen?
- Kennis: De groep krijgt een vel met daarop 10 multiple choice-vragen en moet deze vragen in anderhalve minuut tijd weten te beantwoorden. Daarna worden de antwoorden gecontroleerd.
- Behendigheid: Twee ploegen treden gelijk in actie. De eerste speler begint vanaf een startstreep en probeert hinkelend een bal te doelen. Voetje op de vloer, dan terug, na een geslaagde poging telt deze niet!
- Schatten: Twee groepen afzonderlijk. De spelers van een groep lopen in estafettevorm de trap op en af. Van tevoren moeten zij schatten, hoelang zij daarover doen. Verschil tussen geschatte en werkelijke tijd is de score. Wie heeft het kleinste verschil?
- Geografie: Elke groep krijgt een blad met zinnen. Op de open plek kan een plaatsnaam worden ingevuld. Wie heeft na twee minuten de meeste plaatsnamen?
- Geluk: Er wordt gegooid met de grote dobbelsteen. De spelers van elke groep gooien om beurten. De gegooide punten worden bij elkaar gegooid. Wie heeft na twee minuten de meeste ogen gegooid?
- Gastronomie: Probeer het snoepgoed maar eens op te eten. Welke ploeg is daar het eerste mee klaar?
Benodigd materiaal
- Scoreformulieren of scorebord.
- Stopwatch.
- Papier.
- Pylon.
- Veel paperclips.
- Minimaal 10 miltiple choice vragen.
- Bal.
- Zinnen voor de goegrafie opdracht.
- Dobbelsteen.
- Snoepgoed.