maandag, 31 augustus 2015 02:00

Olympische Spelenkermis

Beoordeel dit item
(4 stemmen)

Waarom / doel van de activiteit

In (kleine) groepjes voeren de bevers zoveel mogelijk onderdelen uit. Na afloop van ieder onderdeel wordt dit afgetekend op een kaart of krijgen ze een stickertje op de kaart. Elk groepje wordt begeleid door iemand van de leiding.

Beschrijving van de activiteit

Hengelspel

Er staan een aantal flessen bij elkaar. Hoe moeilijker een fles te bereiken is, hoe meer punten hij waard is. De bevers 'vissen' met hun hengel (een stok waaraan een touwtje met een ring is bevestigd). Ze proberen de ring om de hals van de fles te leggen. Lukt dat dan is de volgende bever van het groepje aan de beurt.

Zeepbaan

Om de beurt brengen de bevers een dienblad met een aantal bekertjes water over van de ene emmer naar de andere emmer. Maar onderweg (heen en terug) moeten ze over een zeepbaan. Die maak je door een stuk landbouwplastic in te smeren met water en groene zeep . Is het dienblad weer veilig terug bij het startpunt, dan mag de volgende bever het proberen.

Skippybal estafette

Zet een parcours af met een afzetlint. Vervolgens leggen de bevers om de beurt al huppelend op de skippybal het parcours af.

Verspringen

De bevers proberen vanaf een streep (aangeven met krijt of een lint ) zo ver mogelijk te springen. Spreek van tevoren af of ze een aanloop mogen nemen of niet.

Zaklopen

Zet een parcours af met afzetlint en leg verschillende jutezakken klaar. Al zaklopend of springend leggen de bevers dit af. De tweede bever vertrekt als de eerste is aangekomen.

Blikgooien

Stapel een aantal blikken op een tafel. De bevers proberen om de beurt om zoveel mogelijk blikken van tafel te gooien. Elk bever krijgt drie ballen.

Kussengevecht op de balk

Een variatie op het bekende kussengevecht: pionier een balk tussen twee bomen. Leg er een aantal kussens onder, zodat de kinderen zacht vallen. Twee bevers gaan zitten op de balk, elk met een eigen kussen. En stoeien maar. Wie blijft er het langst zitten?

Ampje drukken

Er gaan 2 bevers aan de tafel zitten en ze pakken elkaars linker (of rechter) hand vast en zetten hun elleboog op tafel. Ze proberen elkaars hand weg te drukken. Wie is het sterkst?

Handworstelen

Twee bevers gaan tegenover elkaar staan, met de binnenkant van de linkervoet tegen elkaar aan. De rechtervoet plaatsen ze iets naar achteren, om zo stevig mogelijk te staan. Ze pakken elkaars linkerhand en proberen met duwen en trekken de ander uit z'n evenwicht te brengen.

Wigwambal

Bij dit spel gaat het om het verdedigen van 'wigwams': een pylon, krukje of blokje hout. Dit kan op verschillende manieren:

  1. Elke bever heeft een eigen wigwam. Kinderen spelen met een bal die over de grond rolt. Door met een open hand of vuist tegen die bal aan te slaan, proberen ze de wigwam van een ander bever te raken. Als er wat geoefend is, kun je meer spelregels invoeren: zodra de wigwam omgevallen is, zet je hem weer overeind en speel je verder. Als je wigwam omgevallen is, ga je naar de kant. Als de vierde bever aan de kant zit, mag nummer 1 weer meedoen. Degene die de wigwam omgooit, krijgt er zelf een wigwam bij. Spelen met houten blokjes heeft als voordeel dat die gemakkelijk opgestapeld kunnen worden. Wie bouwt zo de hoogste toren? Als er een toren omvalt, hoeft er maar één blokje ingeleverd te worden. Heb je maar één blokje en wordt dat geraakt, dan mag je gewoon mee blijven doen.
  2. Een groepje bevers verdedigt de wigwam. De andere groep probeert de wigwam te raken door samen te spelen. Als er drie treffers zijn gemaakt, worden de rollen omgedraaid.

Tip: Speel in kleine groepjes, dat verhoogt de betrokkenheid. Als je op meer speelvelden tegelijk speelt, is het makkelijk om met verschillende kleuren ballen te spelen. Dit voorkomt verwarring.

Dweilhockey

De bevers zijn verdeeld in twee groepen die elk aan een kant van het speelveld zitten. Beide partijen hebben een stoel en een bezemsteel. Precies in het midden van het speelveld ligt een dweil (of een andere lap). Alle bevers krijgen een nummer. Als de leid(st)er een nummer roept, proberen de desbetreffende bevers de lap met behulp van een bezemsteel naar de stoel van de tegenpartij te duwen.

Touwtrekken

Touwtrekken is een spel om stoom af te blazen. Gebruik een touw met knopen erin, dat geeft de kinderen meer houvast. Een leider is scheidsrechter en ziet erop toe dat de bevers het touw niet inhalen tijdens het trekken.

Touwtrekken in de kring

Alle bevers staan in een kring. Ze houden een touw vast dat met een platte knoop stevig aan elkaar is geknoopt. Elke bever heeft ongeveer een meter achter zich een eigen krukje of doos staan. Na het startsein probeert iedereen zijn kruk of doos te pakken, zonder het touw los te laten. Degene die daar als eerste in slaagt is de winnaar.

Lopen op kranten

De bevers staan in rijtjes achter elkaar opgesteld. Elke bever staat op een krant. De eerste bever van elke rij heeft een tweede krant in zijn handen. Deze legt hij voor zich op de vloer. De hele rij schuift een krantje naar voren. Nu komt er achteraan een krant vrij die naar voren wordt doorgegeven. De voorste bever kan opnieuw een krantje opschuiven. Op deze manier leggen de kinderen een bepaalde afstand af.

Benodigd materiaal

Hengelspel

  • Flessen.
  • Stok.
  • Touwtje.
  • Ring.

 Zeepbaan

  • Dienblad.
  • Bekertjes.
  • Landbouwplastic.
  • Water.
  • Groene zeep.

Skippybal estafette

  • Afzetlint.
  • Skipptbal.

Verspringen

  • Krijt.
  • Lint.
  • Afzetlint.
  • Jutezakken.

Blikgooien

  • Blikken.
  • 3x Ballen.

Kussengevecht op de balk

  • Balk tussen twee bomen.
  • Kussens.

Armpje drukken

  • Tafel.

Handworstelen

  • -

Wigwambal

  • Pylon, krukje of blokje hout.
  • Bal.

Dweilhockey

  • Stoel.
  • Bezemsteel.
  • Dweil.

Touwtrekken

  • Touw.

Touwtrekken in de kring

  • Touw.
  • Krukje of doos.

Lopen op kranten

  • Kranten.

Veiligheid

  • Let bij het touwtrekken in de kring op dat er geen kinderen ondersteboven gaan.
Lees 8019 keer Laatst aangepast op zaterdag, 03 oktober 2020 17:44
Log in om reacties te plaatsen