Waarom / doel van de activiteit
Jeugdleden leren hoe windrichtingen en weerpatronen werken en passen dit toe op vliegtuigjes.
Beschrijving van de activiteit
De leider roept een windrichting om. Bijvoorbeeld "wind vanuit 270 graden - westen". Spelers moeten snel de juiste richting op het veld aanwijzen.
Daarna moeten ze een papieren vliegtuigje gooien en voorspellen hoe de wind het beïnvloedt. Extra uitdaging: Laat ze berekenen hoe een vliegtuig zijn koers moet aanpassen om tegen de wind in te vliegen.
Puntenverdeling
- Correcte windrichting: 1 punt
- Correcte koerscorrectie: 2 punten
- Goed gegooid vliegtuigje in de juiste richting: 1 punt
Benodigd materiaal
- Papier (voor papieren vliegtuigjes)
- Kompas
- Eventueel een windmeter
Tips
- Oefen eerst de windrichtingen. Laat de jeugdleden de vier hoofdwindrichtingen (N, O, Z, W) aanwijzen voordat je met graden gaat werken.