Waarom / doel van de activiteit

Scouts krikken hun topografische kennis op, en leren op speelse wijze wat meer over de cultuur, religie en geografie van verschillende landen. 

Beschrijving van de activiteit

De activiteit bestaat uit drie rondes. Voor elke ronde kunnen ze punten krijgen. De ploeg met de meeste punten, wint het spel.

Ronde 1

In de eerste ronde moeten de scouts de landen op de wereldkaart voorzien van een naam. In de bijlage vind je een wereldkaart. Het makkelijkste is om de landen die je wil behandelen op de kaart aan te stippen. Deze ronde duurt, naar eigen inschatting, 5 tot 10 minuten. Bij ronde 2 hebben ze de landen nodig die op de kaart staan. Per juist land krijgen ze 1 punt.

Ronde 2

In de bijlage vind je een aantal vlaggen. Aan de scouts de schone taak de juiste vlag aan het juiste land te koppelen (door ze op de kaart te leggen of door de scouts dit simpelweg op te laten schrijven). Per juiste vlag krijgen ze 1 punt.

Ronde 3

Ronde 3 is de 'kernronde'. De scouts spelen in hun ploeg minute to win it. Het zegt het al, maar ze krijgen een minuut om een activiteit af te ronden. Per goed afgeronde activiteit kunnen ze één punt verdienen. Je kunt er voor kiezen om de punten te laten representeren door de vlaggen uit ronde 2. Ze mogen dan de vlag op de kaart zetten wanneer ze een punt verdienen. De opdrachten corresponderen dan ook met landen waarvan ze de vlaggen al hebben.

In de bijlage vind je een document met kaartjes waar landen en een activiteit op staan. De ploeg kiest degene die die ronde het spel gaat spelen, de (bege)leiding leest het kaartje voor en ze voeren de opdracht uit. Soms kunnen alle rondes een punt verdienen, soms slechts één. 

Ronde 4

Bonusronde. je kunt er voor kiezen om méér punten op de kaart te zetten of meer vlaggen uit te printen. Als ze iets over een land kunnen vertellen/ benoemen waar het ligt, kunnen ze daarmee een bonuspunt krijgen.

Benodigd materiaal

Per land is weergegeven wat je nodig hebt. Het meest eenvoudig is het van tevoren klaarleggen op een bord/papier met de naam van het land erbij. Dan hoef je enkel tegen de scouts te zeggen welk bordje/papiertje met spullen ze moeten pakken. Alle benodigdheden zijn in de lijst weergeven per ploeg. Per ploeg leg je klaar: 

• Egypte: 10 bekers;
• Japan: eetstokjes, twee bakjes, vijf pingpongballen/knikkers;
• Nederland: touw, plak ontbijtkoek;
• Zuid-Afrika: vijf steentjes/fiches;
• Italië: zwarte dropveters met een rode erin geknoopt;
• Engeland: een theezakje;
• China: het uitgeprinte teken (bijlage), pen en papier;
• Groenland: verkleedkleren;
• Zweden: een schaar, plakband en één papiertje;
• België: de uitgeknipte woorden, door elkaar gehusseld;
• Chili: een schijf of steen, een lijn in het zand of een gespannen draad;
• Saudi-Arabië: Een kompas én een app die Mekka kan vinden;
• Somalië: de uitgeprinte rotstekening in de bijlage, pen en papier;
• Mexico: een vel papier;
• Laos: de uitgeprinte rekenopdracht;
• Jamaica: een reggaenummer en muziekinstrumenten (of pannen en deksels als je dat leuk vindt);
• Kazachstan: een bordje, een rietje en water;
• Brazilië: een voetbal;
• Peru: doe deze vooral als laatst, want het is leuk als ze alles kunnen gebruiken dat er op tafel ligt.

Tips

• Bedenk van tevoren liedjes die je per land kunt afspelen tijdens de speelminuut. Dat bevordert de sfeer.