Waarom / doel van de activiteit
Inzichten spel met betrekking tot eigen gedrag
Beschrijving van de activiteit
Zet jeugdlid A en jeugdlid B op ongeveer 5 meter recht tegenover elkaar. Leg uit dat er zich tussen hen een zeer smalle brug over een kloof bevindt. A en B wonen beide aan één kant van de kloof en werken beide aan de andere kant. Wanneer zij naar hun school / werk gaan, komen zij elkaar tegen op het midden van de brug. De vraag/opdracht is: hoe kunnen de jeugdleden elkaar passeren op deze smalle brug, zonder te spreken en natuurlijk zonder eraf te vallen?
Bij volgende rondes kun je de spanning verhogen door bijvoorbeeld een fictief strijdpunt in te brengen, zoals dat de partij aan de overkant altijd veel lawaai maakt of je ergste vijand is.
Praat met de groep na en bespreek deze punten
- Wat hebben jullie ervaren? Was er een samenwerkingsverband?
- Nam er iemand initiatief en zo ja, wie?
- Was er sprake van een conflict? Welke neiging had je; vechten of vluchten? Wat gebeurde er non-verbaal
Varianten
Laat de jeugdleden de tegenstander visualiseren als een dier waarvan zij vinden dat die bij de persoon zou passen. Spreek de jeugdleden aan in de rol van hun functie. In bijvoorbeeld een Ploeg Leider aan de ene kant en een net overgevlogen lid aan de andere kant; welke rol heeft de PL, welke dier zijn zij? Dit beïnvloedt de wijze waarop zij elkaar zullen passeren; de actie die op de brug gaat plaatsvinden.
Benodigd materiaal
Denkbeeldige smalle brug. Bijvoorbeeld in de vorm van een plank, 2 touwen dicht bij elkaar, met krijt op de grond getekend, of iets dergelijks.