Waarom / doel van de activiteit
Het leren herkennen van je eigen grenzen en die van een ander.
Beschrijving van de activiteit
Het herkennen van je eigen grenzen en die van een ander is erg belangrijk bij het respecteren van elkaars grenzen. Om deze grenzen vroegtijdig te herkennen kunnen sommige spelen zorgen voor bewustwording
Spel 1: Het effect van je lichaamshouding
Ervaar welke invloed je houding en je uitstraling hebben op hoe je je voelt en andersom. En hoe dit speelt bij het uitlokken of net de-escaleren van grensoverschrijdend gedrag.
Leg uit
Het doel van deze oefening is om jullie het effect van je houding te laten ervaren op je stemming en omgekeerd het effect van je stemming op je houding en uitstraling.
Geef de instructie
Loop door elkaar en leef je in in wat ik vertel. Praten is verboden. Nodig de deelnemers uit om verschillende stemmingen te ervaren.
Dit kan op verschillende manieren. Geef aanwijzingen over:
- de lichaamshouding: kijk naar beneden, trek je schouders wat op, duik in elkaar, sta recht, steek je borst vooruit, ga wijdbeens lopen, adem hoog in de borst, adem heel snel in en uit, adem rustig met je buik…
- het gevoelsleven: stel je voor dat je de lotto gewonnen hebt, stel je voor dat je werkelijk woedend bent op je buurman die je winnend lottoticket niet wil teruggeven, stel je voor dat je door een donkere en stille straat moet lopen en enge geluiden hoort, je voelt je onoverwinnelijk, je voelt je rustig en vrij, …
Praat na
- Welke lichaamshouding voelde goed? Welke voelde minder goed?
- Wat voelde je bij de hoge ademhaling? Wat voelde je bij de buikademhaling?
- Wat voelde je bij gekromde schouders? Wat voelde je bij rechte schouders?
- Welke stemming heb je echt gevoeld? Hoe kwam dat?
- Wat voel je als je vol zelfvertrouwen bent? Hoe ziet dat eruit? Toon het nog eens. Welke ademhaling, welke stand van de schouders en het hoofd, welke blik…
- Welk effect heeft dit op jezelf en op je omgeving?
- Wat voel je als je onzeker bent? Hoe ziet dat eruit? Toon het nog eens. Welke ademhaling, welke stand van de schouders en het hoofd, welke blik… Welk effect heeft dit op jezelf en op je omgeving
- Welk slachtoffer wenst een aanvaller? Iemand die angstig is en er ook angstig uitziet, ziet er kwetsbaarder uit en zal dus eerder aangevallen worden. Ook feitelijk kan zo iemand zich minder goed verdedigen dan iemand die rechtop loopt en om zich heen kijkt.
- Iemand die rechtop loopt, ziet er niet alleen minder kwetsbaar uit, maar is dat ook. Hij ziet een onveilige situatie eerder aankomen en kan beter schreeuwen of om hulp roepen.
- Welke houdingen en stemmingen helpen je om agressief gedrag te de-escaleren? Welke lokken net agressie uit?
Spel 2 Ken je grenzen en geef ze aan
Waar ligt je persoonlijke grens? En hoe geef je die aan? Met dit spel krijg je er zicht op.
Stap 1:
Maak tweetallen. Laat de jeugdleden zelf bepalen wie A is en wie B. Verspreid ze in de ruimte en zet ze recht tegenover elkaar.
Stap 2: waar ligt je grens?
- Leg uit: Voor iedereen ligt de grens van zijn persoonlijke ruimte ergens anders. Als iemand je ruimte betreedt, merk je dat fysiek: spanning, trillen, zweten enz. Dat ga je nu ervaren.
- Laat B met een neutrale houding dichter naar A stappen. A gaat bij elke stap in zijn lichaam na of en wanneer hij een verschil voelt. Als de grens bereikt is, geeft A dit aan en vertelt wat hij precies merkt en waar hij dat voelt in zijn lijf. Zo wordt hij zich bewust van zijn spanningssignalen.
- Ga bij elk duo langs om deze oefening te begeleiden.
Stap 3: geef je grens aan!
- Herhaal de vorige stap. Nu zegt A bij het bereiken van zijn grens: “Stop, tot hier”. Als hij dat niet overtuigend doet, loopt B door.
- Onderzoek hoe de grens het best aangegeven kan worden.
- Ga bij elk duo langs om deze oefening te begeleiden.
Stap 4: draai de rollen om
Doorloop opnieuw 2 en 3
Stap 5: bespreek na
- Waren er verschillen?
- Waarom loopt B wel of niet door?
- Hoe geef je je grens congruent aan? Variant Laat deelnemer B in plaats van een neutrale houding een andere houding aannemen: sneller stappen, trager stappen, dreigend, boos, bang, paniekerig…
Spel 3: Stel grenzen met je stem en lichaamstaal
Deel 1: Veilige fysieke afstand
Stap 1:
- A loopt naar B. B zegt: ‘Stop!’ als hij vindt dat A voldoende genaderd is. A stopt.
- Geef als begeleider niet meer uitleg, ook niet als iemand erom vraagt.
Stap 2:
- Bekijk hoe iedereen staat. Vraag aan de B’s of zijn A voor hem goed staat.
- Zo niet, dan mag hij A nog wat verder weg zetten of dichterbij laten komen.
Stap 3:
- Dan doen de A’s op jouw teken nog één extra stap in de ruimte van B.
Stap 4:
- Laat B even ontdekken hoe dat voelt en stuur A dan snel weer terug.
Stap 5:
- Draai de rollen om.
Stap 6
- Geef uitleg over verschillende afstanden.
- In het algemeen gelden de volgende afstanden:
- Intieme zone: 15-45 cm;
- Persoonlijke zone voor bekenden, op recepties, enzovoort: 45 cm-1,2 m
- Sociale zone voor onbekenden: 1,2m-3,6 m
- Publieke zone, als je je richt tot een groep mensen: meer dan 3,6 m
- Let op: er zijn persoonlijke en culturele verschillen!
- Leg ook uit wat een fysiek ‘veilige’ ruimte is. In principe zijn dat twee armlengtes.
Stap 7
- Vraag wat de deelnemers voelden toen de ander te dichtbij kwam (kriebel in maag, adem hoog, enzovoort).
- Deze veranderingen zijn dus een signaal dat je lichaam geeft als iemand in je ruimte komt, zowel fysiek als psychisch, zowel letterlijk als figuurlijk.
- Soms zijn er deelnemers die de ander abnormaal dichtbij laten komen en daarbij zeggen dat ze er geen probleem mee hebben. Aanvaard dit.
- Het kan inderdaad zijn dat hij de grenzen echt niet voelt.
Deel 2: Hoe zeg je STOP?
Volg dezelfde stappen als bij ‘Veilige fysieke afstand’
- Nu mag B pas stoppen als hij overtuigd is door A. B loopt stoer op A af.
- De eerste keer roept A paniekerig ‘Stop!’ De tweede keer gaat A smeken.
- De derde keer zegt A assertief ‘Stop!’.
- B zal de neiging hebben om de eerste en tweede keer niet te niet stoppen.
Nabespreking
- Vraag B wat in de handelingen en houding van A maakte dat je niet/wel stopte?
- Vraag naar de gevoelens van de stoere stapper: wat voelde je toen de ander paniekerig reageerde, smeekte of assertief reageerde.
Deel 3: Laat je lichaam spreken
Volg dezelfde stappen als bij ‘Veilige fysieke afstand’
- B loopt stoer op A af, maar A mag nu niets zeggen.
- De eerste keer mag A enkel met gebaren en lichaamshouding zijn grens duidelijk maken. Tip: de cowboypose, voeten uiteen stevig op de grond.
- De tweede keer mag A enkel met de ogen zijn grens duidelijk maken.
Nabespreking
- Vraag wat in de houding van de ander maakte dat je niet/wel stopte?
- Vraag naar de gevoelens van de stoere stapper: wat voelde je bij de gebaren en de lichaamshouding en wat bij het zuivere oogcontact?
Benodigd materiaal
geen
Veiligheid
Het kan verstandig zijn om bij deze activiteit door de vertrouwenspersoon te laten uitvoeren
Tips
Deze oefening kan confronterend zijn.
Je vraagt namelijk dat de deelnemers hun emoties en kwetsbare kant voelen en tonen. Misschien hebben ze wel een vervelende ervaring.
Bied daarom altijd de mogelijkheid om even uit de oefening te stappen. Als de oefening te zwaar wordt, zet ze stop en doe even een andere oefening.