Waarom / doel van de activiteit

Veilig met vuur omgaan.

Beschrijving van de activiteit

Maak groepjes. Elk groepje krijgt een whiteboard (of papier) en bij de leiding staan 5 kaarsjes voor hen klaar.

De leiding stelt vragen, de groepjes overleggen en schrijven hun antwoord op. Als ze het goed hebben, mag iemand van het groepje een waxinelichtje aansteken (of de leiding). Als ze het fout hebben, wordt er een waxinelichtje gedoofd. Het team dat als eerste 5 brandende kaarsjes heeft, wint (of het team met de meeste brandende kaarsjes op het einde).

Vragen vuurquiz

1. Wat zet je klaar vóórdat je een vuur aansteekt?
   Een emmer water of zand
2. Welke drie dingen heb je nodig om vuur te maken? (ook wel de vuurdriehoek genoemd)
   Zuurstof, brandstof & hitte
3. Noem drie afspraken die we hebben om veilig met vuur om te gaan
   Bijv. niet rennen, afstand houden, een volwassene in de buurt hebben
4. Wat doe je als eerste wanneer het brandalarm afgaat?
   Naar buiten gaan
5. Wat beschermt beter wanneer er brand is: deuren in huis dicht of open laten?
   Dicht
6. Oeps, je hebt vlam in de pan. Moet je er nu water overheen gooien?
   Nee, bij brand met olie moet je nooit water gebruiken. Je kan beter de deksel op de pan laten.
7. Wat kan je wél doen om een brand in een pan met olie te doven?
   De zuurstof weghalen: bijvoorbeeld door de deksel op de pan te doen.
8. Waar of niet waar: vuur is altijd rood/oranje
   Niet waar, vuur kan bijna alle kleuren en soms zelfs onzichtbaar zijn.
9. Wat kan je het beste doen als je kleding in brand staat?
   Op de grond rollen.
10. Oeps, je hebt je toch per ongeluk verbrand. Wat doe je nu als eerste?
    10 minuten onder lauw water spoelen
11. Via welk nummer bel je de brandweer bij nood?
    112
12. Mag je altijd een kampvuur maken?
    Nee, bijvoorbeeld bij droogte is er vaak een stookverbod.
13. Waar of niet waar: vuur maken met hout is milieuvriendelijk
    Niet waar, bij stoken komt CO2 vrij. Dit is slecht voor het milieu. Het is dus belangrijk om zo schoon mogelijk te stoken.
14. Waar zijn de nooduitgangen in ons gebouw?
    Te tekenen, of een lijstje laten maken
15. Wat kan je gebruiken om een brand te blussen? Noem drie dingen.
    water, een deken, zand, brandblusser
16. Waar of niet waar: er bestaat een speciale rookmelder voor doven en slechthorenden
    Waar, deze trilt en flitst om hen te waarschuwen.
17. Noem drie lekkere dingen die je op een kampvuur kan maken
    Dit lukt ze vast wel
18. Akela heeft een kampvuurtje gemaakt, maar moet even naar de wc. Kan hij het vuur even alleen laten?
    Nee, tenzij hij het vuur eerst dooft. Laat open vuur nooit onbewaakt achter. Akela kan dus het beste eerst iemand erbij roepen.

Benodigd materiaal

• Whiteboardjes/papier
• Waxinelichtjes
• Lucifers of een aansteker

Veiligheid

Zoals altijd: wees voorzichtig met vuur.