Waarom / doel van de activiteit

Light painting is een leuke avondactiviteit, en een goede manier om te experimenteren met  en meer te leren over fotografie en camera’s. 

Light Painting is het maken van een foto met lange sluitertijd, terwijl je een lichtbron zoals een zaklamp of glowstick beweegt om patronen/lichtsporen te maken.

Als je met gekleurde glowsticks werkt, of bijvoorbeeld met gekleurd crêpepapier over een zaklamp, kun je een regenboogdraai aan je activiteit geven. Probeer bijvoorbeeld met meerdere explo’s tegelijk een regenboogvlag te maken, of bijvoorbeeld een bi/trans/ace pride vlag. Of probeer letters te maken, een photoshop die aan elkaar om een positieve boodschap te ‘schrijven’ voor op je website of instagram.

Beschrijving van de activiteit

1. Kies een geschikte locatie:

• Zoek een locatie met weinig lichtvervuiling, bijvoorbeeld buiten in de avond of 's nachts.
• Als je wilt, zorg er dan voor dat er interessante elementen zijn die je kunt verlichten, zoals gebouwen, bomen of andere objecten. Of kies juist een locatie zonder gebouwen of bomen, zodat alleen de lichtstrepen zichtbaar zijn.

2. Kies je lichtbron:

• Probeer glowsticks, zaklampen, telefoons, fietslampjes, sterretjes, en experimenteer met manieren om je licht kleur te geven, bijvoorbeeld met crêpepapier, een kledingstuk, stift op verhoudfolie, etc.
• Kleed je zo donker mogelijk aan als je zelf niet zichtbaar wilt zijn op de foto
1. Stel je camera in:
   • Gebruik een camera met handmatige instellingen, zoals een DSLR of een telefoon met een manual modus.
   • Stel de camera in op de M (manual) modus, of kies voor de setting waar je alleen de sluitertijd zelf instelt.
2. Sluitertijd:
   • Begin met een langere sluitertijd, zo heb je genoeg tijd om patronen of letters te maken met je lichtbron.
3. Diafragma:
   • Stel het diafragma in op een kleinere opening, zoals f/8 of f/11. Dit helpt om een grotere scherptediepte te bereiken, waardoor zowel het verlichte onderwerp als de omgeving scherp blijven. Als je foto’s te donker uitpakken, kun je een grotere opening proberen (dan wordt het f-nummer lager, bijvoorbeeld f/5.6, f/4 of f/2.8
4. ISO-waarde:
   • Gebruik een lage ISO-waarde, bijvoorbeeld ISO 100 of 200. Een lagere ISO-waarde zorgt voor minder ruis in de foto, waardoor de details beter zichtbaar blijven.
5. Scherpstellen:
   • Stel de camera in op handmatige scherpstelling.
   • Focus op het onderwerp of de plek waar je het licht wilt laten zien voordat je begint met schilderen. Je kunt de persoon die de lichtbron vasthoudt tijdens het scherpstellen eventueel bijlichten met een zaklamp, zodat je goed kunt zien of het beeld scherp is.
6. Probeer en experimenteer:
   • Experimenteer met verschillende lichtbronnen, zoals zaklampen, LED-sticks, glowsticks of fietslampjes.
   • Beweeg de lichtbron langzaam of juist snel, maar één keer of juist heen en weer, en
   • Bekijk je foto, en stel eventueel je sluitertijd, het diafragma en andere instellingen bij.

Benodigd materiaal

• Statief
• Digitale camera(s) of telefoons waar je zelf de sluitertijd van kunt instellen
• Geheugenkaartjes
• Lichtbronnen, bijvoorbeeld zaklampen, glowsticks, sterretjes, fietslampjes etc
• Locatie met zo weinig mogelijk lichtvervuiling
• Eventueel voorbeelden om van tevoren inspiratie uit op te doen

Veiligheid

Tijdens het maken van een foto moet het omgevingslicht zo veel mogelijk gedimd zijn, pas dan op dat je nergens over struikelt of tegenaan loopt.