Waarom / doel van de activiteit
Het bekijken van de natuur op een andere manier.
Beschrijving van de activiteit
Rebbel ligt met een loep en een verrekijker aan de rand van het bos. Ook heeft ze een telraam zij zich. Zij bekijkt de dieren die ze maar kan vinden. Stuiter is nieuwsgierig naar wat Rebbel aan het doen is. Rebbel legt uit dat mensen lopen op 2 benen. Dieren kunnen zich voortbewegen met poten (op het land), vinnen (in het water) en/of vleugels (in de lucht) en Rebbel aan het tellen is hoeveel poten, vinnen en vleugels dat er nauw zijn
- Mensen lopen op 2 benen
- Vogels lopen op 2 poten, en vliegen met 2 vleugels
- Honden hebben 4 poten
- Insecten hebben 6 poten en 0, 2 of 4 vleugels
- Rupsen hebben 6 echte poten en 8 buikpoten
- Spinnen lopen op 8 poten en hebben geen vleugels
- Vissen zwemmen met vinnen (minimaal 2, vaak meer)
- Wormen hebben geen poten
- Kreeftachtigen hebben 10 tot 14 pootjes, (bv pissebedden)
- Duizendpoten hebben minstens 30 pootjes, en miljoenpoten minstens 80 pootjes, soms nog veel meer
- Slakken zijn buikschuivers, hun buik is één grote ‘voet’ waarmee de slak vooruit schuift.
Rebbel gaat met de bevers naar buiten op zoek naar dieren om ‘pootjes te tellen’. Zoek naar zoogdieren, vogels, insecten, spinnen, pissebedden, wormen etc. Tel de pootjes en vleugels en bekijk met de bever hoe de dieren zich voortbewegen. Rebbel laat de bevers bij elk dier nadoen hoe het dier loopt of vliegt.
Benodigd materiaal
-