Waarom / doel van de activiteit
Controleren of fiets veilig is, alles werkt naar behoren en kleine reparaties hier aan uit leren voeren.
Beschrijving van de activiteit
Een veilige fiets is de basis om veilig te kunnen fietsen. In Nederland fietsen we behoorlijk veel. Belangrijk dus dat je fiets in orde is! Maar wanneer is je fiets veilig? Waar moet je op letten?tijdens de opkomst gaan de jeurgleden hun eigen fiets controleren of hij veilig is en simpele reparaties, zoals een band plakken en een ketting er op leggen oefenen
De veiligheidscheck
Een veilige fiets voldoet aan de volgende punten:
- Het stuur zit goed vast.
- De bel is goed te horen.
- De handvatten zitten goed vast aan het stuur en zijn heel.
- De rem werkt goed. Uitsluitend handremmen? Dan moeten beide remmen goed werken. Indien van toepassing: de remblokjes zijn niet versleten.
- De koplamp werkt goed, straalt recht naar voren en geeft wit of geel licht.
- De spaken in beide wielen zitten goed vast en er zijn geen ontbrekende spaken.
- Zijreflectie: De banden hebben cirkelvormige reflectie of er zitten witte of gele reflectoren aan de wielen, minimaal 1 per wiel.
- De banden zijn goed opgepompt en hebben voldoende profiel.
- Het zadel zit goed vast.
- Het zadel is op de juiste hoogte ingesteld: Je kunt met beide voeten (tenen) net de grond raken als je op het zadel zit
- De trappers zijn voldoende stroef.
- Beide trappers hebben twee gele reflectoren.
- De ketting is goed afgesteld; niet te slap, niet te strak. Tip: Heb je een open kettingkast en draag je een wijde broek? Gebruik dan een broekclip of band, zodat de broek niet tussen de ketting kan komen.\
- Er zit een rode reflector aan de achterkant van de fiets of geïntegreerd in het achterlicht.
- Het achterlicht werkt goed, straalt naar achteren en geeft rood licht.
Voldoen de fietsen van alle jeugdleden? Zo niet dan gaan, de jeugdleden hier zelf wat aan doen, bijvoorbeeld een band plakken.
Band plakken
- Zorg dat je de benodigdheden hebt (bandenlichters, pen, schuurpapier, solutie (lijm), fietspomp).
- Zet fiets op z’n kop.
- Draai het ringetje en dopje van het ventiel.
- Maak de buitenband los van de velg.
- Haal de binnenband uit de buitenband.
- Pomp de binnenband op.
- Luister waar het gat zit.
- Markeer het gat.
- Schuur ruim rondom het gat.
- Breng ruim rondom het gat de solutie aan.
- Breng de plakker stevig aan.
- Controleer je plakwerk.
- Haal eventuele scherpe voorwerpen uit de binnen- of buitenkant van de buitenband.
- Plaats de binnenband ietwat opgepompt terug in de buitenband.
- Plaats de buitenband terug op de velg.
- Breng wat laatste correcties aan.
- Zet fiets weer rechtop.
- Pomp de band volledig op.
- Draai het ringetje en dopje weer op het ventiel.
Benodigd materiaal
- Fietscheck van veilig verkeer Nederland
- Bandenlichters,
- Pen,
- Schuurpapier,
- Solutie (lijm),
- Fietspomp,
- Eventueel een (paar) oude fietsen
Tips
Zorg voor een paar oude fietsen (via fietsenmaker) met banden, zodat iedereen kan oefenen met banden plakken