dinsdag, 23 juni 2020 11:01

Letterspel

Beoordeel dit item
(0 stemmen)

Waarom / doel van de activiteit

Woorden vormen met de letters die op een bord om je buik hangen.

Beschrijving van de activiteit

Het letterpakkenspel is bekend van het televisieprogramma ‘’ De jongens tegen de meisjes’’. De quizmaster stelt vragen, waarop de vier personen in de letterpakken en hun teamleden het antwoord mogen geven. Er wordt pas een nieuwe vraag gesteld als het antwoord op de letterpakken zichtbaar is. Toon zoveel mogelijk woorden binnen de tijd! Het team met de meeste woorden wint het spel.

Spelregels

  • Maak teams van minimaal 4 personen. De teams spelen om beurten om een zo goed mogelijke score neer te zetten.
  • Vier personen van het team trekken een letterpak aan.
  • Plaats de juiste lettercombinaties op de letterpakken (8 letters per team, z.o.z.)
  • Het team krijgt anderhalve minuut om zoveel mogelijk woorden te raden (max 12)
  • De quizmaster stelt een vraag en de spelers gaan in de juiste volgorde staan. Als het woordgoed getoond wordt, stelt de quizmaster de volgende vraag.
  • De teamleden die niet in het letterpak staan kunnen meehelpen om het woord te raden ende overige teamleden coachen

Vragen & letters per team

Per team staan hieronder de juiste lettercombinaties gegeven. Houd deze lettercombinaties bij elkaar, zodat de juiste woorden gemaakt kunnen worden. Bijvoorbeeld team 1:

  • R – M: R aan de voorkant en M aan de achterkant van speler 1
  • S – E: S aan de voorkant en E aan de achterkant van speler 2
  • T – P: T aan de voorkant en P aan de achterkant van speler 3
  • O – A: O aan de voorkant en A aan de achterkant van speler 4

Letters Ronde 1: R – M, S – E, T – P, O – A

Vragen

  1. Onderste deel van een boom STAM
  2. Eronder of ...? EROP
  3. Niet leuk STOM
  4. Grote ruwe steen ROTS
  5. Ongewenste mail SPAM
  6. Geneeskundige ARTS
  7. Groep bij elkaar horende sporters TEAM
  8. Deel van een schip MAST
  9. Zo zwart als....? ROET
  10. De grootste familie van Nederland TROS
  11. Dit is zowel een stukgereedschap voor Houtbewerking als keukengereedschap. RASP
  12. Een betonnen blok dat in de bouw gebruikt wordt.POER

Letters Ronde 2: E – K, T – B, A – E, N – R

Vragen

  • Sport van een ladder TREE
  • 24 flesjes zitten in een .. ? KRAT
  • Met welk verkeerde lichaamsdeel stap je uit bed? BEEN
  • Reservoir voor benzine TANK
  • Ander woord voor kanen of bikken ETEN
  • Een boomsoort BERK
  • Zwarte, kleverige verf TEER
  • Reservevoetballers zitten op de...? BANK
  • Ander woord voor skelter KART
  • Olivier B. Bommel is een...? BEER
  • Weefsel dat gebruikt wordt voor sexy lingerie KANT
  • Enkelvoud van tenen TEEN

Letters Ronde 3: A – E, W – S, E – R, T – K

Vragen

  1. Zeven dagen is een...? WEEK
  2. De prinses op de ....? ERWT
  3. Staat aan de hemel STER
  4. Een rode vrucht met pit KERS
  5. 1+1= TWEE
  6. Schip op de bodem WRAK
  7. Een ander woord voor koppig STAR
  8. Klaar is....? KEES
  9. Op de neus van een heks WRAT1
  10. Wat je overhoudt REST
  11. Job WERK
  12. Lesprogramma van hetvoedingscentrum‘’..... wat je eet’’ WEET

Letters Ronde 4: A – O, S – R, T – K, P – L 

Vragen

  1. Versterkte wijn uit Portugal PORT
  2. Hoe zit je bij kas als je teveel geld hebt uitgegeven? KRAP
  3. Een kleine lelijke kabouter TROL
  4. Lui en langzaam LAKS
  5. Een kasteel met een gracht er omheen SLOT
  6. Een openbare tuin PARK
  7. Een ander woord voor ‘HO!’ STOP
  8. Fijn gemaakt eten PRAK
  9. Iets zwaars dat je moet dragen of ondervinden LAST
  10. Verzonden brieven POST
  11. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van passen PAST
  12. Er valt geen .... regen op je jas SPAT

Letters Ronde 5: I – U, T – I, S – L K – L

Vragen

  1. Gereedschap doe je in een … KIST
  2. Als het kapot is, dan is het … STUK
  3. Knoop in je haar KLIT
  4. Wie een … graaft voor een ander KUIL
  5. Een klep in de vloer LUIK
  6. Zedig of netjes gekleed KUIS
  7. Parasiet op je hoofd LUIS
  8. Als je iets lekker vindt, dan … je het graag LUST
  9. Aan het strand, is aan de … KUST
  10. Als je geen adem meer krijgt dan … je STIK

Letters Ronde 6: E – K, T – B , A – E, N – R

Vragen

  1. Vierentwintig flesjes bier in een KRAT
  2. Met welk verkeerd lichaamsdeel stap je uit bed BEEN
  3. Reservoir voor benzine TANK
  4. Ander woord voor kanen of bikken ETEN
  5. Ander woord voor skelter KART
  6. Reservevoetballer zit op de BANK
  7. Sport van een ladder TREE
  8. Planten groeien aan de water… KANT
  9. Twee maal is twee … KEER
  10. Een roofdier BEER

Letters Ronde 7: A – I, S – A, T – H, L – V

Vragen

  1. Afwas VAAT
  2. Wat draag je met je mee als je met een probleem zit LAST
  3. Als niemand praat, dan is het … STIL
  4. Niet vroeg maar LAAT
  5. Het bovenste gedeelte van een wijnfles HALS
  6. Een sluwe streek LIST
  7. Een ander woord voor een trek aan je sigaret HAAL
  8. Stevig bevestigd VAST
  9. Een systeem van letters en woorden TAAL
  10. Hij … achter het net VIST

Letters Ronde 8: A – E, W – S, E – R, T – K

Vragen

  • Peulgroente ERWT
  • Dit schijnt als het donker is STER
  • Een rode vrucht met pit KERS
  • 1 + 1 = TWEE
  • Schip op de bodem WRAK
  • Een ander woord voor koppig STAR
  • Eeltachtig huidknobbeltje WRAT
  • Klaar is … (jongensnaam) KEES
  • Wat over is, dat is de … REST
  • Als je slim bent dan … je alles WEET


Letters ronde 9: O – E, T – F, R – S, K – L

Vragen:

  1. Ander woord voor honger TREK
  2. Een oude man loopt met een STOK
  3. Verpakking van wijn FLES
  4. Oud en vervallen huisje KROT
  5. Jongensnaam ROLF
  6. Afgesneden tak STOK
  7. Niet lang maar KORT
  8. Pantoffel of SLOF
  9. Braaksel of KOTS
  10. Hier moet een sleutel in SLOT

Letters Ronde 10: A – O, S – R, T – K, P – L

Vragen:

  1. Nachtverblijf voor paarden = stal
  2. Een kleine, lelijke kabouter = trol
  3. Een verzameling brieven = post
  4. Hoe zit je bij kas als je teveel geld hebt uitgegeven = krap
  5. Een kasteel met een gracht eromheen = slot
  6. Een openbare grote tuin = park
  7. Een ander woord voor Ho! = stop
  8. Verleden tijd van trek = trok
  9. Versterkte wijn uit Portugal = port
  10. Veel problemen draag je als een … = last

Letters Ronde 11: I – E, G – S, N – L, E – P

Vragen:

  1. Het glas is half vol of half = leeg
  2. Voetbal term buiten… = spel
  3. Meisjes naam = Inge / Ilse / Lies
  4. Ander woord voor plak brood = snee
  5. Klein stekelig dier = egel
  6. Een dikke buik = pens
  7. Groen is gemend door blauw en … = geel
  8. Berichtje via Blackberry = ping
  9. Een winters voertuig = slee
  10. Ander woord voor as of rol = spil

Letters ronde 12: O –E, N – T, E – S, R – T

Vragen:

  1. Ander woord voor snuit = toet
  2. Haar boven je lip = snor
  3. Zo zwart als… = roet
  4. Als een man onvriendelijk kijkt dan kijkt hij = nors
  5. Steun in de branding = rots
  6. Gehoor organen = oren
  7. Neusvocht = snot
  8. Bananen groeien aan een … = tros
  9. Ander woord voor toets = test
  10. Vroeger = toen

Letters ronde 13: N – L, K – S, I – A, G – P

Vragen:

  1. Kleinste vinger = pink
  2. Een achtpotig eng dier = spin
  3. Op de vuurpijl = klap
  4. zwemvogel = gans
  5. Waar zit je onder als je bij je vriend(in) niks te zeggen hebt = plak
  6. Wijn drink je uit een = glas
  7. Als je zuinig aan moet doen, dan houdt je je hand op de = knip
  8. Een … paarden = span
  9. Als je het begrijpt, dan … je het = snap
  10. Honderd gulden biljet = snip (misschien met hulp van de leiding?)

Letters ronde 14: U – I, E – S, T – K, L – K

Vragen

  1. Michiel de Ruiter droeg een blauw, geruite … = kiel
  2. Ander woord voor een bakkie koffie is een bakkie = leut
  3. Afwassen doe je in een = teil
  4. Een ander woord voor kapot = stuk
  5. Surfvlieger (of Engels woord voor vlieger) = kite
  6. Tegenovergestelde van stom = leuk
  7. Als niemand praat, dan is het … = stil
  8. De rand van het land bij de zee noem je de … = kust
  9. Als ik geen lucht meer krijg, dan … ik = stik
  10. Een houten krat of bak = kist

Letters ronde 15: I – E, L – S, O – U, K – R

Vragen

  1. Jongensnaam = Roel
  2. Duizend gram is één = kilo
  3. Abnormaal groot mens = reus
  4. Één van de zeven schoonheden in je kin = kuil
  5. Plezierig of aangenaam = leuk
  6. Bedwelming door sterke drank = roes
  7. Ander woord voor beslissing = keus
  8. Iemand een … draaien = loer
  9. Niet zo warm is = koel
  10. Als je iets omwisselt, dan … je het = ruil

Benodigd materiaal

  • 4 hesjes / xxl shirts waarop zowel op de voor als de achterkant een insteek hoes is gemaakt voor de letters, dit kunnen ook eventueel bananeb dozen zijn.
  • Alle letters uitgeprint / gelamineerd (1 per A4 of 2 per A4)

Tips

Eventueel kun je dit spel uitbreiden met meer letter woorden / vragen.

Lees 4590 keer Laatst aangepast op dinsdag, 25 mei 2021 23:08
Log in om reacties te plaatsen