Waarom / doel van de activiteit

Debateer aan de hand van stellingen over kinder- en mensenrechten.

Beschrijving van de activiteit

Elke jeugdlid krijgt 3 papieren strookjes om in te vullen. Hierop mogen de jeugdleden een stelling en/of vraag opschrijven die ze graag willen bespreken tijdens het debat. Bijvoorbeeld: “ouders mogen door de gsm/social media van hun kinderen snuffelen.”

Als iedereen zijn strookjes heeft ingevuld worden deze teruggegeven aan de (bege)leider. Dan worden alle strookjes een per een behandeld. Er kan met 2 uiteinden gewerkt worden door op een muur een ja op te hangen en op de tegenovergestelde muur een nee. Er kan met 4 posities gewerkt worden met de 4 muren: ja; ja maar; nee; nee maar. Hierdoor kan er een meer genuanceerd standpunt ingenomen worden.

De begeleiding leest een stelling voor en de deelnemers plaatsen zich in de zaal in functie van hun antwoord. Een paar deelnemers krijgen het woord om hun standpunt te verdedigen. Er mag tijdens de gesprekken van positie veranderd worden maar dan moet wel uitgelegd worden waarom.

Nabespreking en evaluatie

Ga verder in op welke verrassingen naar boven zijn gekomen. Is het erg dat bepaalde mensen over bepaalde zaken meningsverschillen hebben? Leg de link met de situatie van jongeren in ontwikkelingslanden.

Benodigd materiaal

• Pen
• Papier
• Schaar

Tips

• Laat de jongeren zelf zoveel mogelijk hun verhaal doen. Stel vragen maar geef daarom niet altijd het antwoord meteen.
• Stiltes zijn ok!
• Stel samen regels op aan het begin van iedere activitei