Waarom / doel van de activiteit

Ontdek welk wereldgerecht je bent en kies er één om samen te maken.

Beschrijving van de activiteit

Maak voor ieder lid een kaartje met de naam van een gerecht of ingrediënt uit een exotisch land. Bijvoorbeeld sushi (Japan), taco (Mexico), curry (India), couscous (Marokko), enzovoort. Plak of hang deze kaart op de rug van elk lid, zonder dat zij zelf kunnen zien wat erop staat.

Alle deelnemers lopen door elkaar in de ruimte. Ze mogen telkens aan één persoon tegelijk een gesloten ja/nee-vraag stellen om erachter te komen welk gerecht ze op hun rug hebben. Na elke vraag wissel je van persoon. Je mag dus niet meerdere vragen achter elkaar aan dezelfde persoon stellen.

Zodra een deelnemer denkt te weten welk gerecht op zijn of haar rug staat, mag die één gok doen. Bij een goed antwoord wordt de kaart op de borst gehangen en mag die persoon anderen blijven helpen. Bij een fout antwoord mag je verder raden, maar moet je eerst weer een paar nieuwe vragen stellen voordat je opnieuw mag gokken.

Als iedereen zijn of haar gerecht heeft geraden (of als de leiding vindt dat het spel lang genoeg heeft geduurd), komt de groep samen. Dan wordt kort besproken welke gerechten zijn voorgekomen en waar ze vandaan komen. Vervolgens stemmen de leden gezamenlijk op één gerecht dat ze graag samen willen maken. Dit kan eventueel ook tijdens een volgende opkomst. Hierbij wordt gekeken naar haalbaarheid, voorkeuren en eventuele allergieën.

Voorbeeld gerechtenlijst

• Italiaanse pasta carbonara: spaghetti, eieren, pancetta of spek, Parmezaanse kaas, zwarte peper.
• Indiase butter chicken: kipfilet, tomatensaus, boter, room, garam masala, knoflook, gember.
• Mexicaanse tacos: mais schelp, vlees, ananas, ui, koriander, limoensap, verschillende kruiden (zoals komijn, oregano, paprika).
• Thaise groene curry: groene currypasta, kokosmelk, kip of garnalen, aubergine, bamboescheuten, citroengras, limoenblaadjes, koriander.
• Japanse sushi: plakrijst, nori (zeewiervellen), vis (zoals tonijn, zalm, of makreel), groenten (zoals komkommer en avocado), sojasaus, wasabi, gember.
• Marokkaanse couscous: couscous, lamsvlees of kip, groenten (zoals wortelen, courgette, aubergine), kikkererwten, koriander, ras el hanout (specerijenmengsel).
• Griekse moussaka: aubergine, aardappelen, gehakt (vaak lam of rund), tomatensaus, bechamelsaus, kaneel, nootmuskaat.
• Spaanse paella: rijst, kip, chorizo, garnalen, mosselen, saffraan, paprika, tomaat, erwten.
• Koreaanse bibimbap: rijst, rundvlees (bulgogi), groenten (zoals spinazie, wortels, taugé, champignons), gebakken ei, gochujang (Koreaanse chilipasta).
• Libanese falafel: kikkererwten, ui, knoflook, peterselie, koriander, komijn, tarwemeel, tahinisaus.
• Nederlandse erwtensoep (snert): erwten, rookworst, aardappelen, prei, wortelen, selderij, ui, kruiden (zoals laurier, tijm).
• Turkse kebab: lamsvlees of kip, ui, tomaat, paprika, komijn, paprikapoeder, knoflook, yoghurt, pita of platbrood.
• Amerikaanse barbecue ribs: varkensribben, barbecuesaus, kruiden (zoals paprikapoeder, knoflookpoeder, uienpoeder).
• Griekse souvlaki: stukjes gegrild vlees (meestal varkensvlees of kip), pitabroodjes, tzatziki (komkommer-knoflooksaus), tomaat, ui.
• Thaise pad Thai: rijstnoedels, garnalen of kip, tofu, eieren, pinda's, tamarindepasta, vissaus, lente-ui, limoen.
• Franse crème brûlée: room, eidooiers, suiker, vanillestokje.
• Japanse/koreaanse ramen: noedels, bouillon, vlees, ei, bamboescheuten, nori (zeewiervellen), lente-ui.
• Italiaanse/mediteraanse risotto: risottorijst, bouillon (vaak kippenbouillon), witte wijn, ui, knoflook, Parmezaanse kaas, boter.
• Koreaanse kimchi: Chinese kool, radijs, knoflook, gember, chili, vis saus.
• Mexicaanse enchiladas: maïstortilla's, kip of rundvlees, tomatensaus, jalapeño pepers, ui, knoflook, kaas, zure room.
• Nederlandse hutspot: aardappelen, wortel, ui, rookworst, boter.

Benodigd materiaal

• Menulijst kaartjes
• Tape of goed plakband

Tips

• Leg goed uit dat je maar één vraag per persoon mag stellen. Zo blijft iedereen meedoen en gaat het spel sneller.
• Zorg dat de gerechtenlijst past bij de groep. Bij jongere kinderen heb je liever simpele gerechten.
• Als het te lang duurt, mag de leiding kleine tips geven. Bijvoorbeeld "het is een warm gerecht" of "dit komt uit Azië".
• In plaats van gerechten kunnen de spelers ook landen of vlaggen raden. Zo leer je tegelijk wat over de wereld.