Waarom / doel van de activiteit
Aan het begin van het spel krijgen alle spelers een kaartje met daarop een persoon die ze tijdens het spel moeten proberen te "vermoorden".
Beschrijving van de activiteit
De spelers hebben hiervoor allemaal een waterpistool meegenomen. Tijdens het spel verspreiden de spelers zich over een afgesproken gebied. Als een speler een andere speler vermoordt heeft, krijgt de moordenaar het kaartje van het slachtoffer. Dit is zijn/haar nieuwe slachtoffer. Uiteindelijk blijft er 1 moordenaar over, deze is de winnaar.
Er zijn echter wel een aantal regels:
- Een speler mag alleen de persoon die op haar/zijn kaartje staat, doodschieten.
- 1 schot raak is dodelijk.
- Het slachtoffer moet weten en zien dat hij/zij doodgeschoten wordt, dus: “ ... je bent dood”, “Huh?”, schiet, “GOTCHA” (vandaar de naam).
- Er mogen geen getuigen zijn. Als een andere speler de moord ziet gebeuren, dan telt de moord niet.
- Personen die af zijn moeten bij centrale post verzamelen.
Voorbereidingstijd
Kaartjes met namen maken en uitnodigingen met spelregels versturen.
Benodigd materiaal
- Naamkaartjes.
- Waterpistolen.
Tips
- Als je er voor zorgt dat er naast dit spel nog een programma loopt zorgt het ervoor dat de jeugdleden ook met andere dingen bezig zijn. Dit kan 2 kanten opgaan: de jeugdleden worden afgeleid door het alternatieve spel of lopen eerder even alleen weg (om bijvoorbeeld wat te pakken) waardoor ze een makkelijker 'doelwit' zijn.
- Een variatie om het moeilijker te maken om een slachtoffer te maken is dat er een getuige moet zijn, en die moet binnen 5 of 10 meter staan èn zien dat er iemand wordt doodgeschoten.
- Het spel kan ook tijdens een leidingweekend worden gedaan door de leiding. In dit geval zijn er enkele vrij plekken (tent, staflokaal) waar niet gemoord mag worden. Ook is er een vrij atribuut (roze pantoffels bijvoorbeeld), de speler mag dan niet doodgeschoten worden of zelf schieten.