Waarom / doel van de activiteit
Op een speelse manier oefenen met routetechnieken.
Beschrijving van de activiteit
Teken met stoepkrijt een grote kaart op een plein. Teken een aantal locaties zoals het clubhuis, een voetbalveld, een school, een vlaggenmast en een huis. Of gebruik plaatsnamen van bekende plaatsen in de omgeving. De wegen daartussen moeten breed genoeg zijn om overheen te kunnen lopen, dus minimaal 30 centimeter breed. Teken ook veel kruisingen tussen wegen en hier en daar een doodlopende weg. Wees creatief, het is een fantasiekaart! Zet vanaf elke locatie een route uit naar een andere locatie op de kaart.
Schrijf het startpunt en de routebeschrijving op een los papiertje. Gebruik voor elke route een andere routetechniek die je jeugdleden kennen (bolletje- pijltje, kruispuntenroute, ogenroute, kompasrichtingen, strippenkaart). Noteer op een apart blaadje waar elke route eindigt.
Je jeugdleden krijgen per tweetal een startpunt met bijbehorende route en zoeken zelfstandig naar het eindpunt. Zo kan iedereen tegelijk bezig zijn en houd je als leiding het overzicht. Mochten jeugdleden er niet uitkomen dan kunnen ze teruglopen naar het begin en het opnieuw proberen om hun fout te vinden. Grijp pas in als ze er echt niet uitkomen. Als een tweetal terugkomt en het goede eindpunt vertelt, dan krijgen ze de volgende startlocatie en route. Zo wissel je door totdat iedereen elke techniek gehad heeft.
Voorbereidingstijd
Afhankelijk van de moeilijkheid ongeveer 60 minuten.
Benodigd materiaal
- Plein met tegels/asfalt (zo'n 3 bij 5 meter) waarop je kunt stoepkrijten.
- Stoepkrijt.
- Pen en papier voor de routetechnieken.
- Eventueel een kompas als je dit in een routetechniek gebruikt.
Tips
- Laat één weg uitkomen bij een locatie zodat er geen verwarring kan ontstaan. Teken duidelijke wegen en kruispunten. Laat je routebeschrijvingen controleren door iemand anders. Kopieer de routebeschrijvingen eventueel zodat je meer tweetallen kunt laten lopen. Grijp niet meteen in als je ziet dat jeugdleden verkeerd lopen, daar komen ze vanzelf achter. Ze hoeven geen kilometers terug te lopen naar het startpunt.
- Voor andere variaties kijk op: Levend doolhof.
Veiligheid
Let op de locatie; gebruik het liefst een plein zonder verkeer zoals een schoolplein of een plein voor je gebouw.