Waarom / doel van de activiteit
De lange winter is bijna voorbij. Ga met de welpen op zoek naar de eerste tekenen van de ontluikende lente.
Beschrijving van de activiteit
Mor vindt het buiten is het nog nat en guur,
toch gebeurt er al van alles in de natuur.
Sneeuwklokjes en krokussen komen uit de grond,
waar vorige week nog niets stond.
Padden trekken en merels zingen,
knoppen aan bomen staan op springen.
Binnenkort het eerste kievitsei,
en straks de lammetjes weer in de wei.
Mor gaat met de welpen naar buiten op zoek naar de eerste tekenen van de lente.
Er zijn bosanemonen te vinden en bolgewassen zoals sneeuwklokjes, krokussen en narcissen met de
lente in hun bol.
De eerste mannetjes vogels beginnen naar de vrouwtjes te fluiten en hun territorium aan te geven. De zangklok komt weer op gang: vogelsoorten starten voor zonsopgang om de beurt met zingen. Eerst de roodstaart (90 minuten voor zonsopgang), dan steeds 10 minuten later: de veldleeuwerik, de zanglijster, de merel, het winterkoninkje, de pimpelmees, de tjif-tjaf, de spreeuw en rond zonsopkomst de gaai, kneu, bonte specht en groenling.
De paddentrek begint, padden en kikkers gaan op pad om eitjes te leggen in een poel, kijk of je al kikkerdril of paddensnoeren kunt vinden. Je ziet weer paddenschermen langs wegen staan.
De blad- en bloemknoppen aan de bomen zijn vol en dik. De hazelaar staat al volop in bloei met hangende gele katjes en aan de wilgen verschijnen de eerste witte pluizige katjes.
De welpen maken bij de Guha grotten een gedicht over de ontluikende lente die zich heel voorzichtig al een beetje laat zien.
Benodigd materiaal
Pen en papier
Tips
Lees het gedicht voor ter inspiratie voor de welpen.
