Waarom / doel van de activiteit

Scouts lopen met korte zinnen op hun rug rond. Anderen vullen deze zinnen aan. Hoe denkt iedereen over elkaar?

Beschrijving van de activiteit

Alle scouts hebben de drie kaartjes met volgende beginzinnen op hun rug geplakt:

• 'Ik kan ...'
• 'Ik ben ...'
• 'Ik heb ...'

Ze lopen vervolgens met een stift in de hand door de ruim­te. Daarbij vullen ze bij elkaar de beginwoorden aan met positieve opmerkingen waar­van ze vinden dat die ook daadwerkelijk bij de betreffende persoon passen, zoals:

• Ik ben ...
  •  ... een echte doorzetter.
  •  ... niet snel op mijn tenen getrapt.
  • ... een geboren leider
• Ik kan ...
  • ... tegen een grap.
  • ... goed luisteren.
  • ... erg mooie dingen maken.
• Ik heb ...
  • ... veel goeie ideeën.
  • ... een talent voor pionieren/koken/toneelspelen/etc.
  • ... een stevige dosis uithoudingsvermogen.

Benadruk dat ze achteraf op hun antwoord aangesproken kunnen worden. Ze moeten dus heel goed weten wat ze bij een ander opschrijven en waarom. Natuurlijk houd je ook tussendoor in de gaten dat er bijvoorbeeld geen sarcastische of flauwe opmerkingen worden opgeschreven. Wanneer alle beginwoorden van iedereen zijn aangevuld, is het spel afgelopen. Iedereen haalt de kaartjes van de rug en neemt rustig de tijd om na te lezen wat de anderen ge­schreven hebben. Het is goed om de scouts in de groep de kans te geven onduidelijkheden op te helderen of verrassingen te delen. Ze kunnen dus vragen aan elkaar stellen.

Het is belangrijk dat er na deze oefening ruimte is om te reflecteren over de resultaten. Vragen die een gesprek hierover op gang kunnen brengen:

• Hoe voelde je je toen je door de ruimte liep?
• Hoe voel je je nu, na wat je gelezen hebt?
• Wat is je favoriete compliment?
• Waardoor ben je verrast? Wat was nieuw?
• Begrijp je alles wat geschreven staat?
• Wil je van iemand meer uitleg?
• Zie je jezelf zoals de anderen jou zien?
• Hoe zou dat komen?

Voorbereidingstijd

Minimaal.

Benodigd materiaal

• Pen en papier.

Tips

• Je zou dit programma kunnen inleiden met het spel: 'Complimentjes vissen', waardoor de scouts de complimenten moeten aanvullen.
• Je kunt nog een echt spelelement toevoegen, door een aantal korte spellen te doen waar verschillende vaardigheden voor nodig zijn (een denkspel, behandigheid, snelheid, creativiteit, knopen, etc.) Laat bij ieder spel één scout per ploeg (aangemoedigd door hun ploeggenoten) naar voren stappen als vertegenwoordiger van zijn of haar ploeg, op basis van wat hij of zij zojuist over zijn kwaliteiten heeft "geleerd". Iedere scout mag maar één keer zijn of haar ploeg vertegenwoordigen. Je kunt voor degenen die vooral leiderschapskwaliteiten/sociale vaardigheden hebben ook één (van de) spel(len) met de hele speltak doen, waarbij één scout per ploeg de "teamcaptain" is. 
• Doe als scoutsleiding ook mee en zorg dat je bij iedereen in ieder geval één kwaliteit opschrijft (dus een positieve karaktertrek of algemene vaardigheid). Zo voorkom je dat het alleen over uiterlijke kenmerken, bezit en oppervlakkige, bekende vaardigheden gaat.
• 1 maart is de Nationale Complimentendag / Wereld Complimentendag.
• Deze activiteit is geschikt voor fase 2 (Wij) van de Development Award.
• Bron: CAUTAERT, S., DUPONT, V. en IDELER, I., Weerbaarheid van jongeren. Denk- en doeboek. Antwerpen - Apeldoorn, Garant, 2006, blz. 229-232.