Waarom / doel van de activiteit
als eerste team een kasteel gebouwd hebben
Beschrijving van de activiteit
Deel 1: Kasteel bouwen
De kinderen worden in 4 groepen verdeeld. Het doel van het spel is om per groep een zo groot mogelijk kasteel te gaan bouwen. Bij de centrale post ligt een landkaart. Op deze landkaart is een land met daaromheen 4 eilanden geschilderd. Elke groep moet op een van de eilanden zijn kasteel gaan bouwen. Bij de centrale post kun je materialen ruilen voor onderdelen van een kasteel. Deze materialen kun je verdienen door middel van verschillende spelletjes.
Spelletjes | Materialen | Te verdienen materialen |
Blokje heffen | Blokje en stopwatch | 2 Stenen na 1 minuut heffen, 10 stenen na 3 minuten heffen |
Boogschieten | Boog, pijlen en bord | 0-20 punten 2 muntjes 21-50 punten 3 muntjes, 51 punten of meer 5 muntjes |
Oversteek met blokjes | 4 pionnen en 3 blokjes en stopwatch | 2 stenen na 1 minuut, 5 stenen binnen 1 minuut, bij 3 keer af geen stenen. |
Ringsteken Touw met ring/ballon | Stok met scherpe punt | 3 houtjes indien gelukt, geen houtjes indien niet gelukt |
Touwtje springen | Touwspringtouw | 60 of meer keer binnen 1 minuut 3 touwtjes, minder dan 60 maar meer dan 45 1 touwtje |
Beschuit fluiten | Beschuiten en stopwatch | Binnen 1 minuut 3 graan na 1 minuut 1 graan na 2 minuten geen graan |
Hoefijzer werpen | Hoefijzer, paaltje | Binnen 3 worpen 3 ijzers, binnen 5 worpen 2 ijzers, binnen 10 worpen 1 ijzer |
Na de pauze gaan de kastelen tegen elkaar strijden door middel van de spelletjes. Als een groep aan de beurt is mag een andere groep uitgedaagd worden.
De volgende spelletjes kunnen gespeeld worden:
Zittende estafette
De spelers zitten op twee rijen stoelen tegenover elkaar, met het gezicht naar elkaar. De eerste speler van elke rij heeft een bal op de voeten. Op het startsein geeft speler 1 zijn bal met de voeten door aan speler 2, enzovoort. Wanneer de bal valt, moet de "gever" hem oppakken, op zijn voeten leggen en weer doorgeven. De bal mag uiteraard niet met de hand aangeraakt worden. Is de bal bij de laatste speler van de rij aangekomen, dan loopt deze met de bal in de hand naar het begin van de rij. Terwijl de overige spelers een plaats opschuiven. Dan herbegint het doorgeven met de voeten. Het spel eindigt wanneer alle spelers terug op hun oorspronkelijke plaats zitten.
Over rollen
Iedereen gaat op de grond liggen, de laatste in de rij rolt over iedereen heen en sluit vooraan aan. Als de gehele groep de finishlijn is gepasseerd is het spel afgelopen. De eerste groep heeft gewonnen.
Lijnestafette
De spelers staan in 2 ploegen voor een terrein, bestaande uit een aantal evenwijdige lijnen. De spelers lopen om beurten het volgende traject. De eerste speler loopt naar de eerste lijn en terug. De tweede speler loopt naar de eerste lijn en terug. Daarna loopt hij naar de tweede lijn en terug. De derde speler loopt naar de eerste lijn en terug. Daarna loopt hij naar de tweede lijn en terug. Daarna loopt hij naar de derde lijn en terug. Elke speler moet dus steeds verder lopen dan zijn voorganger. De ploeg die het eerst alle lijnen "gelopen" heeft, wint.
De kreupele en de blinde
De spelers worden ingedeeld in 2 ploegen, die nog eens elk in 2 ploegen worden verdeeld: kreupelen en blinden. De blinden van beide ploegen gaan naar een kant van het terrein, de kreupelen naar de andere kant. Van de kreupelen worden de benen samengebonden, de blinden worden geblinddoekt. Op een signaal van de leider vertrekt van elke ploeg een kreupele al huppelend naar de blinden. Als een kreupele aankomt, mag een blinde van deze ploeg vertrekken naar de kreupelen, en omgekeerd. Het ploegje waarvan de kreupelen en blinden het eerst van kant verwisseld zijn, wint.
Spaghetti estafette
Speler 1 vertrekt, rent rond punt B (evt. met hindernissen), keert terug en neemt speler 2 bij de hand. Beide doen de omloop, keren terug, nemen speler 3 bij de hand, enz... tot alle spelers van een ploeg in een lange sliert het parcours afleggen. Wie aan het uiteinde van de sliert hangt, moet uitkijken dat hij niet valt. Als de sliert ergens losraakt, moet de ploeg van vooraf aan herbeginnen.
Kleding estafette
Aan de overkant van het veld liggen kledingstukken klaar. De eerste van de groep gaat naar de overkant en trekt een kledingstuk aan. Daarna loopt hij terug. De tweede in de rij trekt het eerste kledingstuk aan, rent naar de overkant en trekt een tweede kledingstuk aan, etc. etc. tot het laatste kledingstuk.
Ballonnen trappen
Alle spelers van beide teams krijgen d.m.v. een touwtje een ballon aan hun voet gebonden. De bedoeling is dat de spelers bij elkaar de ballon proberen kapot te trappen. Het team waarvan hun ballonnen het eerst kapot getrapt zijn, heeft verloren.
Benodigd materiaal
- Landkaart
- Kaartjes met spelletjes
- Kaartjes met onderdelen kasteel
- 2x Voetballen
- Blinddoeken en touwen
- 2x Setjes kleding
- Touwtjes en ballonnen
- Veel pionnen