Waarom / doel van de activiteit
Groot alarm in het bos! Enkele dieren uit de naburige dierentuin zijn ontsnapt uit hun kooien en zitten nu in het bos.
Beschrijving van de activiteit
Groot alarm in het bos! Enkele dieren uit de naburige dierentuin zijn ontsnapt uit hun kooien en zitten nu in het bos. In het bos zitten natuurlijk ook de natuurlijke bewoners van het bos, de echte bosdieren. Dierentuindieren en bosdieren kunnen niet allemaal in het bos leven. Dierentuindieren eten misschien het eten van de bosdieren op. Ze slapen in hun nesten en holen en holletjes. We moeten er dus snel bij zijn en proberen de dierentuindieren zo snel mogelijk te vangen. Dan kunnen ze in de dierentuin weer hun eigen eten krijgen en in hun eigen nest of hol slapen. Het probleem is dat de dieren goed verstopt zitten in het bos en dat ze niet opvallen, omdat ze zich gecamoufleerd hebben zodat ze op bosdieren lijken. We merken dus niet meteen of het een bosdier is of een dier dat uit de dierentuin komt. We moeten er telkens achter komen welk dier het is. Dan pas weten we of we het dier terug naar de dierentuin moeten brengen of dat we het weer los mogen laten. Dit is dus de taak van de hoofdbewaker en zijn helpers.
De spelleiding zorgt voor een aantal kaartjes waar de naam en/of tekening van een dier op staat: de helft bosdieren, de andere helft dierentuindieren. Voorbeelden van bosdieren zijn: konijn, bunzing, eekhoorn, houtduif, ree, bosmuis, vos, uil, specht, buizerd, havik, boomkruiper, vuursalamander, boommarter, vliegend hert, Vlaamse gaai, everzwijn, boskrekel … Voorbeelden van dieren uit de dierentuin zijn: giraf, krokodil, olifant, aap, zebra, flamingo, neushoorn, dolfijn, leeuw, tijger, ijsbeer …
Je kan de spelers zelf laten kiezen of ze een bosdier of een dierentuindier willen zijn of een helper van de hoofdbewaker (= begeleider). Zich verkleden en schminken in een bos of dierentuindier kan aan het eigenlijke spel voorafgaan.
De hoofdbewaker en zijn helpers vertrekken op zoek naar de dieren. Volgens de bewaker zijn er heel gevaarlijke dieren bij. Daarom moeten ze steeds in één groep lopen. Als ze een dier ontdekken, moeten ze het proberen te vangen door er een grote cirkel rond te vormen (door elkaar de hand te geven).
Als het dier gevangen is, laat het zijn kaartje zien. Zo zien de bewakers welk dier ze gevangen hebben.
Als ze een bosdier gevangen hebben, moeten ze het weer loslaten en mag dit dier met de bewakers mee op zoek gaan naar de dierentuindieren. Hebben ze een dierentuindier gevangen, dan moeten ze dit dier terug brengen naar de kooi van de dierentuin. Dat is een van te voren afgesproken plek in het bos. De gevangen dierentuindieren kunnen bevrijd worden en dus opnieuw ontsnappen door een dierentuindier dat nog niet gevangen is. De bevrijde dierentuindieren mogen zich dan opnieuw in het bos verstoppen. De bewaker en zijn helpers zullen deze dieren opnieuw moeten vangen.
Inleiding voor de bevers
Het huis van Bas Bos staat dicht bij het bos. Als hij uit het raam kijkt, ziet hij vaak allerlei dieren die in het bos wonen, zoals vogels en eekhoorns. Maar vanochtend zag hij een aap en een zebra. Had hij het wel goed gezien? Ja daar zag hij ze weer. En nu zag hij ook een olifant. Dan hoort hij het nieuws op de radio: er zijn dieren ontsnapt uit de dierentuin. Dat is niet goed. Daar moet wat aangedaan worden.
Inleiding voor de welpen
Als Mowgli wakker word ziet hij in een zebra lopen, snel rent hij naar Akela: ik heb net een zebra in de Jungle gezien, klopt dat wel?
Voorbereidingstijd
- Kaartjes kopieren en uitknippen.
- Een plaats uitzoeken in het bos waar de gevangen dierentuindieren naar toe worden gebracht.
Benodigd materiaal
- Kaartjes met dieren uit het bos
- Kaartjes met dieren uit de dierentuin
