Waarom / doel van de activiteit

Bekijk de facetogen van insecten, de 8 ogen van een spin, ogen op steeltjes van een slak. Kijk naar en door de ogen van dieren.

Beschrijving van de activiteit

Hathi zit bij de Talaabpoel terwijl er een libelle langs vliegt. De libelle land op een takje in de buurt. Kijk zegt Hathi: een libelle ziet er heel mooi uit maar heeft hele bijzondere ogen. We noemen dat samengestelde ogen waardoor ze licht en donker anders waarnemen dan dat zij dat doen. Veel insecten zoals vliegen, libellen, fruitvliegjes hebben samengestelde ogen met facetten. De meeste spinnen hebben 4 paar ogen waarbij elk paar een eigen functie heeft: nachtkijken, groothoek beeld, ver weg kijken, focus dichtbij. Slakken hebben ogen op steeltjes. Nachtdieren zoals katten zien ‘s nachts beter dan overdag: Ze hebben een grote pupil (lichtopening) en een reflecterend laagje om in het donker zoveel mogelijk licht binnen te laten komen. Overdag vernauwen ze hun pupillen tot smalle spleetjes.

Spel 1: De zoektocht

De welpen gaan naar buiten op zoek naar dieren en letten speciaal op de ogen. Je kunt o.a. laten zoeken naar insecten, spinnen, slakken. Bekijk de ogen van de diertjes van dichtbij in een loeppotje. Kun je de ogen zien? Hoeveel ogen tel je bij een spin? Kun je de facetten zien in de ogen van een vlieg? Kun je dat zien met het blote oog? En met een loepje? Als het heel klein is kunnen mensen het niet meer zien.

Spel 2: Het onderzoek

Denk je dat het dier goed kan zien of juist niet? Is het voor het dier belangrijk om goed te kunnen zien? Als een dier jaagt en een prooi moet vangen kan het meestal scherp zien, met focus. Als een dier alleen dode bladeren eet, of een prooi vangt met een web zoals een spin, dan is het niet noodzakelijk om heel goed te kunnen zien. Dieren met facetogen, zoals een vlieg, kunnen een hele ruimte overzien, zonder hun hoofd te hoeven draaien. Verplaats je in gedachten eens in het lichaam van het diertje en kijk door de ogen van het dier. Hoe ziet het diertje zijn omgeving.

Spel 3: Het perspectief

Kijk ook eens van een afstandje naar de ogen van een vogel. Hoe bekijkt de vogel zijn omgeving? En kijk naar de ogen van een zoogdier, zoals een kat of een hond en naar elkaars ogen.

Spel 4: Wat kunnen de welpen

Wat kun jij zelf zien? Hoe ver kun je kijken? Steek je armen rechtvooruit en beweeg je handen langzaam uit elkaar in een boog opzij, blijf recht vooruit kijken. Tot hoever opzij kun jij jouw beide handen nog zien, hoe groot is jouw gezichtsveld?

Spel 5: Bij het clubhuis

Laat de welpen uit tijdschriften plaatjes van allerlei soorten dieren ogen uitknippen of printen van internet. Maak er met de hele groep een grote collage van voor aan de muur. Je kunt eventueel verschillende collages maken, bijvoorbeeld per nest een diergroep: zoogdieren, vogels, vissen, amfibiën, reptielen, insecten, spinnen.

Benodigd materiaal

• Loeppotjes
• Loepjes
• Natuurtijschriften
• Grote vellen, scharen en lijm

Tips

Deze activiteit heeft betrekking op het duurzame ontwikkelingsdoel: Doel 15 Herstel ecosystemen en behoud biodiversiteit.