Waarom / doel van de activiteit

Laat de bevers samen het denkbeeldige vogeltje doorgeven en uitzwaaien.

Beschrijving van de activiteit

Rebbel, de grote dierenvriend, vraagt Stuiter en de andere bevers om in een cirkel te gaan staan. Wanneer iedereen een plekje heeft gevonden, maakt Rebbel een ‘kuipje’ met haar handen en vertelt een bijzonder verhaal: in haar handen zit een klein, denkbeeldig vogeltje. Dit vogeltje is kwetsbaar en moet voorzichtig worden doorgegeven.

Eén voor één geven de bevers het vogeltje aan de persoon naast hen. Terwijl ze dit doen, vertellen ze iets over hoe ze de dag hebben ervaren. Dit kan een gevoel of een bijzondere gebeurtenis zijn, zoals: “Hallo vogeltje, ik vond het spannend om een toneelstukje te spelen” of “Ik heb vandaag iets nieuws geleerd en dat vond ik leuk.”

Als het vogeltje de hele kring is rondgegaan, legt Rebbel uit dat het vogeltje eigenlijk wil vliegen, maar dat het dat niet alleen kan. Om het te helpen, gaat de groep dicht om degene met het vogeltje staan. Samen zwaaien ze het denkbeeldige vogeltje uit en laten ze het ‘wegvliegen’.

Benodigd materiaal

• Geen

Veiligheid

• Sommige kinderen vinden het spannend om als eerste te spreken. Zorg ervoor dat ze zich op hun gemak voelen en laat hen eventueel later in de kring aan de beurt komen.

Tips

• Geef een voorbeeld door zelf als eerste iets te zeggen tegen het vogeltje.
• Als een bever niet weet wat te zeggen, laat hen dan het vogeltje rustig doorgeven.
• Maak er een terugkerend ritueel van, bijvoorbeeld aan het einde van een kamp of een bijzondere activiteit.