Waarom / doel van de activiteit

Leren waar je boodschappen hoort op te ruimen.

Beschrijving van de activiteit

Het is zomer en warm. Rozemarijn gaat boodschappen doen. Stuiter gaat mee. Ze kopen onder andere melk, chocolade en ijs. Stuiter wil op de terugweg nog even in de speeltuin spelen. Kan dat? Wat gebeurt er dan? Als ze thuis zijn, helpt Stuiter met het opruimen van de boodschappen. Waar moet wat?

De bevers ruimen de boodschappen op en overleggen met elkaar en de leiding waar de boodschappen in moeten en waar de opbergplekken het beste kunnen staan.
In de speelruimte van de bevers staat een doos, waarop een koelkast is getekend. In de doos ligt een groot vel papier met daarop getekend wat er in de koelkast ligt. De ‘deur’ is dicht. Op een andere doos staat een vriezer getekend. Ook in die doos ligt een groot vel papier met daarop getekend wat er in zit. En ook deze ‘deur’ is dicht. Want van de koelkast en vriezer houd je de deur dicht als je er niets in moet doen of uithalen. Weten de bevers waarom dat is? Er staat ook een doos waar boodschappen in gaan, die niet zo koel bewaard hoeven te worden, maar niet in de zon. Waarom mag die doos niet in de zon staan?

Waar zouden de bevers de dozen neerzetten, als ze niet in de zon mogen staan? De boodschappen zijn lege, schoongemaakte verpakkingen. Als je er geen verpakking van hebt, bijvoorbeeld vlees of groente, zijn het plaatjes. De plaatjes kan je uit reclamefolders knippen en op karton plakken.

Als alle boodschappen na overleg zijn opgeruimd, kan je de boodschappen nog een keer laten opruimen. Hoe snel kunnen de bevers de boodschappen op de goede plek leggen? Ook dan kunnen ze met elkaar overleggen.

Benodigd materiaal

Voorbeeld van een boodschappenlijst:

• IJs, melk, yoghurt, vla, vlees, groente, fruit, chocolade, chocolademelk, koekjes, aardappelen, brood, hagelslag, jam, chocoladepasta

Tips

• Bevers weten wat een koelkast en een vriezer is, maar het is niet vanzelfsprekend dat ze weten waar je wat in bewaard. Als je met de bevers overlegt, gebruik dan woorden als ‘heel koud’, ‘ijs’,  ‘bevroren’, ‘koud’, ‘warm’, ‘smelt’. Laat de bevers zelf op ideeën komen.
• Als je de opbergdozen laat zien, laat dan ook de tekeningen op de grote vellen papier zien. Daarna kan je de vellen papier eruit halen. Het moet voor de bevers wel duidelijk zijn wat de vriezer, de koelkast en de gewone kast is.
• Een pak chocomel dat nog niet opengemaakt is, kan je gewoon in de kast bewaren. Waar bewaar je het als je het opengemaakt hebt.
• Voor tips over welke groente en fruit in de koelkast bewaard moet wrden en welke er buiten kijk ke even op Voedingscentrum.