Waarom / doel van de activiteit

Bij het huis van Rozemarijn en Professor Plof aangekomen word ik gelijk geroepen. ‘Zal ik iets heel belangrijks laten zien over water?’ vraagt Rozemarijn. Ik knik instemmend. Ze pakt de fluitketel en vult die met water. ‘Op tijd drinken, is heel belangrijk’, legt Rozemarijn uit. Terwijl het theewater warm wordt, weet Professor Plof uit te leggen dat water ook gevaarlijk kan zijn. Hij vertelt een verhaal dat hij heeft meegemaakt. Ik moet heel hard ‘STOP!’ roepen als ik denk dat het te gevaarlijk wordt.

Beschrijving van de activiteit

1. Schuitje varen, theetje drinken

Materiaal

• Twee aardappelmesjes
• Snijplank
• Thee/limonade
• Limonadekan
• Fluitketel/pan
• Kookstel
• Plastic bekertjes
• Eventueel een jerrycan met water

Ingrediënten

• Komkommer (één per groepje)
• Snoeptomaatjes (twee per kind)
• Plakken kaas (een halve plak per kind)
• Cocktailprikkers (één per kind)
• Satéprikkers (één per kind)

Beschrijving van de activiteit

Rozemarijn komt uit de keuken met een theepot en een schaal. ‘Zo, en nu eerst even wat eten en drinken, Stuiter’, zegt Rozemarijn. ‘Je kunt niet schatzoeken met een lege maag.’ Nieuwsgierig kijk ik in de schaal. Zie ik nou bootjes?

De bevers doen water in een fluitketel met behulp van een bekertje (een volle beker voor elk groepslid) en zetten de ketel op de kookplaat. De leiding wijst nog even op veiligheid rondom de kookplaat en steekt/zet de pit aan. Hoe weten we wanneer het water kookt?

Terwijl het water op staat, maken de bevers bootjes:

• Geef iedere bever twee snoeptomaatjes die ze aan een cocktailprikker moeten rijgen. Snijd ondertussen een komkommer in drie tot vijf gelijke stukken (de helft van het aantal kids) en snijd ieder stuk over de lengte doormidden, zodat je een soort bootjes krijgt. Voor iedere bever één.
• Snijd de plakken kaas diagonaal doormidden en geef iedere bever een halve plak kaas. Laat de bevers de kaas aan een satéprikker rijgen, als een zeil.
• Geef iedere bever een stukje komkommer en laat de bevers het zeil in het midden van de vlakke kant prikken en het prikkertje met de tomaatjes ernaast. Laat de bevers de tomaatjes tegen elkaar aan schuiven en zo hebben ze een matroos.

Schenk het gekookte water in een doorzichtige kan voor je er thee van maakt. Geef iedere bever een beker thee. Kun je de thee nu zo drinken? Hoe kun je ervoor zorgen dat de thee minder heet wordt (blazen, koud water erbij doen)? Als dat is gedaan, is het tijd om te smullen!

2. Professor Plofs Waterproof

Materiaal

• Petflessen zonder bodem (één per groepje)
• Twee plastic bekers
• Tuinslang/touw
• Vier emmers
• Plastic bak met deksel
• Ondoorzichtige plastic tas
• Theedoek
• Zandvormpje
• Watten
• ‘Schoon’ zand
• ‘Schone’ kiezels
• (nat) gras/stro
• Verkeerde alternatieven voor kimspelen
• Vuil water
• Tekening

Beschrijving van de activiteit

‘Bah!’ hoor ik Steven zeggen. ‘Ik slikte net wat water uit de rivier in. Dat is vies!’ ‘En als je er veel van drinkt, kun je nog ziek worden ook’, zegt Professor Plof. ‘Je kunt niet zomaar al het water drinken. Het water dat uit de kraan komt, wordt goed schoongemaakt. Dat noem je zuiveren. Ik kan dat zelf ook een klein beetje.’

De bevers gaan als groepje hun eigen kleine waterzuivering maken. Hiervoor volgen de bevers de “waterleiding” van de professor en moeten ze onderweg uitvinden wat er in hun kapot geknipte petfles moet (zie afbeelding). De professor wil niet dat iedereen dit zomaar ziet, dus zijn het kimraadsels. Door de leiding telkens het juiste alternatief in de fles te laten doen, kunnen ze op het laatst de proef op de som nemen: houd de fles boven een beker en giet met een andere beker vies water bovenin de fles. Komt er schoon water uit? Leg uit dat dit water nog niet veilig te drinken is. We hebben nu de viezigheid er uit gehaald, maar er kunnen in water ook ongezonde dingen zitten die je niet ziet. Die worden eruit gehaald voor het water bij ons uit de kraan komt, maar dat is te ingewikkeld om zelf te doen.

Speelveld

Van een emmer met schoon water is met een tuinslang/touw een spoor uitgelegd richting een emmer met vuil water. Onderweg komen de bevers vier kimspelen tegen:

• Een zak met watten: wat voel je? Leg naast een grote zak watten een hard/ruw alternatief.
• Een bak met kiezels: wat hoor je? Leg naast een emmer kiezels een zacht/vloeibaar alternatief.
• Een zandvormpje: zie je wat hier in moet? Leg naast een emmer zand een grappig alternatief.
• Een emmer met nat gras/stro, afgedekt met een theedoek: wat ruik je? Leg naast een plaatje met gras/stro een plaatje van een alternatief met een herkenbare geur.

3. STOP!

Materiaal

• Bellen/toeters/trommels (alles wat maar lawaai maakt)
• Verhaal

Beschrijving van de activiteit

‘Steven was wel erg bang om het water in te gaan hè?’ zeg ik tegen Professor Plof. Hij lacht. ‘Ja, wat is er nu eng aan water? Ik gebruik het iedere dag.’ ‘Nou’, zegt Rozemarijn, ‘als je niet oppast, kan water echt gevaarlijk zijn.’

De bevers en leiding zitten in een ruime kring. In het midden ligt een aantal toeters/bellen of andere dingen om lawaai mee te maken. De leiding leest het verhaal uit bijlage 3 voor. Als er iets gevaarlijks gaat gebeuren (voor de leiding aangegeven met schuin gedrukte tekst), moeten de bevers zo snel mogelijk een voorwerp uit het midden van de kring pakken en lawaai maken. De leiding stopt dan met lezen en wijst een bever aan om te vertellen waarom hij of zij wilde waarschuwen.

Als de bevers hebben ‘ingegrepen’, wordt het stukje tekst achter het groene vinkje gelezen en gaat het verhaal verder. Als de bevers het gevaar niet zagen, wordt het stukje tekst achter het rode kruisje voorgelezen en begint het verhaal opnieuw. Sla hierbij de schuin gedrukte tekst en ‘reacties’ die al geweest zijn over en herhaal alleen het ‘gevaar’ dat je als laatste hebt gelezen.

Tips/alternatieven

• Als het verhaal meer dan twee keer over moet, laat dan de derde keer een oudere bever het verhaal ‘samenvatten’ en pak het op bij de laatst gelezen alinea.
• Voor expressieve leiding: speel een vergelijkbaar verhaal. In plaats van de drie personages wordt het dan gewoon één persoon die alles doet. (‘Laat ik eens een lekkere picknick maken…’) Vraag na het ‘waarschuwen’ een bever om het ‘goed’ voor te doen. Dit gaat sneller dan het hele verhaal voorlezen, dus bedenk eventueel nog wat meer ‘gevaarlijke dingen’ (hmm… dat water ziet er lekker uit, zal ik eens een slokje nemen? etc.).
• Voor de creatieve leiding: maak afbeeldingen bij het verhaal. Laat de bevers het juiste ‘veilige plaatje’ zoeken om het ‘gevaarlijke plaatje’ te vervangen.

4. Waar, wat, water?

Materiaal

• Afbeeldingen van verschillende ruimtes in een huis
• Iets om de afbeeldingen mee op te hangen
• Boodschappentas
• Diverse huishoudelijke artikelen en producten (zie Tips/alternatieven)

Beschrijving van de activiteit

‘Dat Waterproof worden is best een gedoe’, zucht ik. Ik zie Rozemarijn thuiskomen met een volle boodschappentas. ‘Waarom is er hier eigenlijk zoveel water?’ vraag ik. Rozemarijn zet de tas neer. ‘Omdat water heel belangrijk is, Stuiter’, zegt ze. ‘Zonder water zou ik niets hebben aan mijn boodschappen. Gelukkig is het hier overal in huis.’

Een beetje verspreid hangen afbeeldingen van verschillende ruimtes in een huis. De leiding houdt één voor één artikelen omhoog uit een boodschappentas en telt hardop langzaam tot tien. Voor de leiding klaar is met tellen moeten de bevers ‘in’ een kamer staan waar je dat artikel gebruikt (soms kunnen meerdere ruimtes juist zijn). Als de leiding klaar is met tellen, vraagt de leiding wat de bevers in de betreffende kamer doen. De bevers beelden dan uit wat je met het artikel kunt doen. Kunnen de bevers ook vertellen waar zogenaamd het water is en waar ze het voor gebruiken?

Tips/alternatieven

• Doe bij het eerste artikel zelf voor wat de bedoeling is (vooral het uitbeelden).
• Voorbeelden van artikelen: afwasborstel, shampoo, handzeep, wc-rol, tandpasta, vaatdoekje, spons, macaroni, thee, limonade.
• Op schoolplaten.com kun je kleurplaten van ruimtes downloaden: http://www.schoolplaten.com/kleurplaten-de-delen-van-een-huis-c725.html.

Voorbereidingstijd

Besteed ongeveer een half uurtje voor het klaar zetten van de materialen.

Benodigd materiaal

• Zie activiteiten