Waarom / doel van de activiteit
Leer spelenderwijs hoe een kompas werkt en hoe je graden schiet.
Beschrijving van de activiteit
Eén speler is de bommenwerper en één speler is de adjudant. De bommenwerper staat geblinddoekt in het midden van het speelveld, met zijn neus naar het noorden. De adjudant staat aan de rand van het veld met een kompas in de hand. De bommenwerper heeft vier zachte ballen. De overige spelers verspreiden zich door het speelveld, in een cirkel rondom de bommenwerper.
De bommenwerper telt hardop af van tien naar nul. Tijdens het aftellen mogen alle andere spelers vrij rondlopen. Zodra nul is bereikt, moeten ze blijven staan. Op dat moment roept de adjudant vier verschillende gradenrichtingen door, bijvoorbeeld 45°, 180°, 270° en 315°. Voor elke genoemde richting gooit de bommenwerper één bal. Wanneer een bal een speler raakt, verdient de bommenwerper één punt. Als een speler de bal weet te vangen, krijgt die speler één punt.
Na vier worpen is de ronde voorbij. Wanneer er vier rondes zijn gespeeld, worden de punten opgeteld. De speler met de meeste punten wordt de nieuwe bommenwerper en de nummer twee neemt de rol van adjudant over. De overige spelers mogen zich weer vrij verplaatsen tijdens het aftellen van de nieuwe ronde.
Tijdens het gooien mag niemand van zijn plek bewegen. Wel mogen spelers proberen een bal te vangen of te ontwijken, zolang ze hun voeten maar op dezelfde plek houden.
Benodigd materiaal
Per bommenwerpteam:
- 4x Zachte ballen
- Blinddoek (bijvoorbeeld een das)
- Kompas
Veiligheid
- Het is belangrijk om altijd zachte of foam ballen te gebruiken om blessures te voorkomen.
Tips
- Plaats een pion voor de bommenwerper om 0°/360° (noorden) aan te geven, zodat het bepalen van de graden makkelijker is.
- Om het nog makkelijker te maken kan je als visuele hulp 8 pionnen in een cirkel rond de bommenwerper plaatsen met de graden erop geschreven. Zo zien ze waar bijvoorbeeld “90°” of “270°” is.
- Maak het moeilijker door 2 of 3 bommenwerpteams tegelijk te laten spelen.
