Waarom / doel van de activiteit

inzicht krijgen in eigen water gebruik

Beschrijving van de activiteit

Opdracht 1: Schat eens hoeveel liter zuiver water één persoon in Nederland ongeveer per dag opgebruikt. Vul dat getal in je logboek.

Opdracht 2: Maak nu het rekensommetje:
Per dag gebruikt iemand in Nederland gemiddeld:

• 35 L. water om het toilet door te spoelen
• 5 L. water om het huis schoon te maken
• 11 L. water om te drinken en te koken
• 2 L. water om de auto te wassen
• 4 L. water de planten te gieten en de tuin te sproeien
• 37 L. water om een bad te nemen en te douchen
• 5 L. water om de was te doen
• 6 L. water voor de afwas
• 5 L. water om zijn handen te wassen
• ………….L. water gemiddeld per dag

Vul dit getal in je logboek

Opdracht 3 Juan woont in een dorp in Bolivia. Elke morgen, voor Juan naar school gaat stapt hij samen met zijn moeder tot bij de waterput. Met zijn tweeën wandelen ze ongeveer een kwartier tot bij deze put. Ze vullen hun emmers en gaan dan terug de berg op naar hun huis. Mama draagt 15 liter water. Juan draagt een emmer van 10 liter.

Vraag: Hoe vaak zouden Juan en zijn moeder naar de put moeten wandelen om net zo veel liter water te halen als iemand in België gemiddeld per dag verbruikt?

Schrijf het antwoord in je logboek

Hoeveel water verbruik je?

Wij verbruiken gemiddeld 110 liter drinkbaar water per dag. Daarvan gebruiken we maar 4 liter water voor drinken en het bereiden van voedsel. Het overige water gebruiken we voor dagelijkse activiteiten zoals douche, wc doorspelen, poetsen en de afwas. Activiteiten waar je eigenlijk geen drinkbaar water voor nodig hebt.

Spelonderdeel 1: Bereken hoeveel water jij per dag verbruikt?

Ga na op welke manier jij thuis omgaat met het drinkwater. Bekijk deze activiteiten en tel de door jou verbruikte liters bij elkaar op

Regenwater opvangen en gebruiken waar mogelijk: Trek 20 liter af van het totaal aantal liters

Reken je persoonlijk water verbruik uit.

• Stel deze vragen aan je deelnemers:
• Neem je een douche of bad?
• Heb je thuis een zuinige wc of een gewone?
• Was je de kleren met de hand of stop je ze in een wasmachine?
• Doe je de vaat met de hand of gebruik je een afwasmachine?
• Spoel je na het tandenpoetsen je mond met een bekertje of laat je de kraan lopen?
• Bereken je eigen water verbruik.
• Vangen jullie thuis regenwater op? Trek dan 20 liter af van je eigen waterverbruik.
• Vergelijk met de andere spelers wie het meeste waterverbruikt en wie het minst. Waar ligt dat aan?
• Speel daarna met alle spelers het estafettespel ‘Hoeveel water verbruik ik?’

Spelonderdeel 2: Estafettespel ‘Hoeveel water verbruik ik?’:

• Maak een parcours met kegels, stoelen, enz.
• Deel de liters water van elke speler door 100 of meer (bijvoorbeeld; Tine verbruikt 175 liter water. Tine moet dus 175:200 = 0,8 liter water verplaatsen langs het parcours.
• Plaats centraal bij de start een emmer, dit is de watervoorraad per 5 spelers.
• Plaats een emmer/fles voor elke speler aan het einde van het parcours. Trek op deze emmer/fles een streep die aangeeft tot waar de emmer/fles gevuld moet worden.
• Elke speler krijgt een bekertje (tip: eventueel kan je gaten in het bekertje prikken, dit stelt een lekkende kraan voor. De spelers moeten dan proberen de gaatjes te dichten met hun vingers. Door een lekkende kranen verlies je per dag 4 liter water.
• De bedoeling is om het water dat je verbruikt zo snel mogelijk via een parcours naar de overkant te brengen. Degene die als eerste zijn emmer/fles vulde, heeft gewonnen.

bron: Chiro

Benodigd materiaal

• -

Tips algemeen

• Deze activiteit heeft betrekking op het duurzame ontwikkelingsdoel: Doel 14 Bescherming van zeeën en oceanen en doel 15 Herstel ecosystemen en behoud biodiversiteit.