Waarom / doel van de activiteit

Je bewust worden van wat je in de natuur kunt zien.

Beschrijving van de activiteit

Thema introductie bevers

Stuiter laat Hond uit. Ze lopen door Hotsjietonia en door het bos achter het huis van Bas Bos en Rebbel. Hond snuffelt overal en aan van alles. Terug in het huis van Bas Bos en Rebbel vertelt Stuiter dat Hond overal snuffelde. Rebbel legt uit, dat Hond dat doet om alles goed te bekijken. Want er is heel veel te zien in de natuur. Heeft Stuiter dat wel eens gedaan? Rebbel geeft Stuiter een lijstje mee met wat gezocht moet worden in Hotsjietonia en in het bos.

Thema introductie welpen

Mowgli loopt met Bagheera en Baloe door de jungle. Ze vertellen Mowgli om goed om zich heen te kijken. Af en toe kijkt hij op een lijstje en dan weer op zich heen. Zoekt hij iets?

De activiteit

De welpen en bevers lopen door een park, bos (een afgebakend gebied) of rond het clubgebouw.  Ze weten in welke gebied ze wel en niet moeten zoeken. Iedereen heeft een lijst van wat ze moeten zoeken in de natuur. Als ze iets gevonden hebben, strepen ze dat aan op hun lijst. Ze kunnen het meenemen, als ze de natuur niet beschadigen. Bloemen laten ze staan, insecten laten ze waar ze zijn.

Houd overzicht waar de welpen en bevers zijn. Vertel hoe lang ze kunnen zoeken en geef aan, wanneer de tijd om is en ze terug moeten komen.

Vertel wat ze wel en niet mogen meenemen van wat ze vinden.

Voordat je de lijst maakt, kijk je zelf, wat er in het gebied waar je bent te vinden is.

Voor de welpen maak je een lijst met woorden. Voor de bevers maak je een lijst met woorden en tekeningen of plaatjes.

Een voorbeeld van een lijst:

• molshoop
• een veer
• een dennenappel
• een bloem (hierbij kan je de kleur vermelden)
• een steentje
• een schelp
• een mier
• een lieveheersbeestje
• een vogel
• iets wat er niet hoort (bijvoorbeeld een blikje)
• een spin

Benodigd materiaal

Lijst van te zoeken dingen voor elke welp en elke bever

Potlood o.i.d. voor elke welp en elke bever

Veiligheid

Houd overzicht waar de welpen en bevers zijn. Vertel hoe lang ze kunnen zoeken en geef aan, wanneer de tijd om is en ze terug moeten komen.

Vertel aan welke planten ze zeker niet mogen komen, bijvoorbeeld berenklauw. Laat die plant zien, als die voorkomt in het gebied.