De grootte van een ploeg

“Iedere troep bestaat uit twee of meer ploegen van zes tot acht kinderen,” schreef Baden-Powell in Verkennen voor jongens. In feite bepalen de kinderen in een vriendengroep, het voorbeeld voor een ploeg, natuurlijk zelf uit hoeveel leden zij bestaan. Bij Scouting kiezen we ervoor de ploeggrootte te begrenzen. Het Scoutingspel heeft namelijk enige standaardwaarden, maar we maken die keus ook omdat dit uit organisatorisch oogpunt beter is. De Regionale Scoutingwedstrijden (RSW) zouden natuurlijk erg oneerlijk verlopen wanneer de ene ploeg uit vier leden bestaat en de andere uit tien. 

Uit ervaring weten we dat een ploeg van tussen de vijf en zeven leden het prettigste werkt. Bij Scouting Nederland hanteren we daarom de norm: Een ploeg bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven leden.